De minister van Justitie en Veiligheid moet een deel van zijn macht over de politie inleveren. De korpschef van de Nationale Politie moet juist meer te zeggen krijgen.
Dit staat in het nog vertrouwelijke concept-rapport van de commissie-Kuijken - in handen van Nieuwsuur - die de vorming van de Nationale Politie heeft geëvalueerd. Deze stap is volgens de commissie nodig om de politie effectiever en slagvaardiger te maken.
Vijf jaar geleden gaf toenmalig minister Ivo Opstelten (VVD) het startsein voor de Nationale Politie. Meer eenheid en betere samenwerking bij de politie moesten leiden tot een veiliger Nederland. De commissie, die naar de effecten van deze majeure operatie keek, kan nu, na uitgebreid onderzoek, nog altijd niet eenduidig vaststellen of een beter georganiseerde politie leidt tot een veiliger Nederland.
Veiliger
De reorganisatie van de politie, waar zo n 65.000 mensen werken, heeft honderden miljoenen euro's gekost. De commissie trekt de "zuinige" conclusie dat "de prestaties van de politie (...) er over het algemeen niet op achteruit zijn gegaan".
Bob Hoogenboom, hoogleraar Veiligheid aan Nyenrode Business Universiteit vindt het een teleurstellende conclusie. "Omdat zowel de politie, de politiek als de samenleving is voorgehouden dat, met de grootste reorganisatie in de geschiedenis van het openbaar bestuur, Nederland veiliger zou worden. Dat is nog niet het geval."
Het geheel van rollen is in het huidige regime te veel en te ongebreideld.
Volgens de commissie-Kuijken moet de korpschef meer gaan bepalen waar de prioriteiten van de politie liggen en waaraan het geld wordt uitgegeven. De minister moet pas op de plaats maken. Die heeft nu te veel macht en dat kan gevaarlijk zijn, zo waarschuwt de commissie in het conceptrapport.
"Het geheel van rollen (van de minister, red.) is in het huidige regime te veel en te ongebreideld. Dat kan in goede handen goed gaan, maar als die er even niet zijn, kan het heel snel fors fout gaan."
