Asuquo, Chukwudi, Onuekwuzunma en Joy
Aangepast

‘Geen enkele organisatie nam verantwoordelijkheid voor de Biafra-kinderen’

  • Marloes Elings

    Redacteur

  • Marloes Elings

    Redacteur

Veel mensen kennen de uitspraak nog: "eet je bord leeg, denk aan de arme kindertjes in Biafra!"

Eind jaren 60 kwam voor het eerst in de geschiedenis een hongersnood via de televisie de huiskamer binnen. Nigeria had de grens met de opstandige provincie Biafra gesloten, waardoor elk transport van voedsel onmogelijk werd.

Een hongersnood van ongeëvenaarde omvang was het gevolg. Dagelijks stierven duizenden mensen door voedselgebrek.

Die beelden hadden een enorme impact. Nietsdoen was voor veel Nederlanders geen optie. Zo kwam het dat in 1968 tien zieke kinderen naar Nederland werden geëvacueerd om aan te sterken.

Jarenlange zoektocht naar de kinderen

Journalist Marie Louise Schipper ondernam ruim veertig jaar later een zoektocht om de tien terug te vinden. Een project van jaren, resulterend in het boek Goede Bedoelingen.

In Nigeria vond Schipper veel losse eindjes. Maar de doorbrak kwam na een oproep in het radioprogramma Adres Onbekend, waarop een paar verpleegkundigen reageerden die met de kinderen hadden gewerkt.

Schipper vond uiteindelijk zeven van de tien kinderen terug. De peuters Onuekwuzunma Okezie en Titus Gugu bleken al snel na aankomst in Nederland te zijn overleden. Ze liggen begraven op de Arnhemse begraafplaats Moscowa.

Joy en Sherry Jae wonen in Nederland, Fidelia Okafer en Margareth Okbona in Nigeria, en een van de zeven overleed een half jaar nadat hij was teruggestuurd naar Nigeria. Dat was Asuquo Udo Akpan, de jongen aan wie Schipper haar boek heeft opgedragen.

Nog steeds worden volledig geïntegreerde kinderen teruggestuurd naar landen waar ze niets mee hebben.

Henk Gemser, pleegvader

Asuquo woonde zo'n drie jaar bij de familie Gemser. Toen moest hij terug naar Afrika, dat was een internationale afspraak. "Ik had met hem moeten onderduiken. Dat kind had niemand daar", zegt pleegvader Henk Gemser nu.

Hij rekent het zichzelf enorm aan. "Ik ga eronder gebukt. Ik was in die tijd braaf en volgzaam en kon geen weerstand bieden aan hiërarchie. Nu zou ik onderduiken."

Gemser ziet het nu weer gebeuren. Hij maakt de parallel met vluchtelingenkinderen. "Kinderen die volledig zijn geïntegreerd, worden teruggestuurd naar landen waar ze niets mee hebben en waar niets is. Ik maak me daar enorm boos over."

Asuquo Udo Akpan

Pleegvader Cock van den Berg adopteerde Sherry Jae, toen nog Chukwudi genaamd. Het jongetje leed aan polio. Toen bleek dat Chukwudi terug moest naar Biafra, schakelde Van den Berg hulp in.

Hij kende een journalist van het toenmalige dagblad Het Vrije Volk, die regelde dat hij binnen twee dagen bij een hoge ambtenaar op het ministerie van Buitenlandse Zaken zat. De ambtenaar beloofde dat Nederland een oogje dicht zou knijpen, maar dat Chukwudi alsnog terug zou moeten naar zijn geboorteland als Nigeria problemen zou veroorzaken.

Niemand gaf thuis

Van den Berg zegt ijskoude handen te krijgen als hij terugdenkt aan die tijd. "Die kinderen waren met veel fanfare naar Nederland gehaald, maar toen er hulp nodig was, gaf niemand thuis. Mijn ex-vrouw en ik hebben Chukwudi in huis gehaald omdat wij vonden dat als we A hadden gezegd, we ook voor B, C en D moesten gaan."

Chukwudi woonde destijds in het Bio Revalidatiecentrum, waar Van den Berg werkte. Volgens hem waren ze daar blij dat ze van het kind af waren. "Ze vroegen of ik wel wist wat ik mezelf op de hals haalde, omdat hij niet verzekerd was. Terwijl ze wisten dat hij dure operaties moest ondergaan. Er was geen enkele hulp, niets. We moesten het maar uitzoeken."

Met de foto begon het onderzoek van Schipper: vijf Biafra-kinderen keren weer terug naar Afrika

Carel Kok is de huidige directeur van Terre des Hommes, de organisatie die betrokken was bij de tien Biafra-kinderen. Hij zegt dat de hulporganisatie het nooit een goed plan vond om de kinderen naar Nederland te halen.

"Wij vinden en vonden dat kinderen beter in de regio kunnen worden opgevangen. Wij hadden daarom ook opvangkampen in Gabon. Maar de toenmalige minister van Justitie Carel Polak verzocht ons om medewerking. En gezien die tijd: als je een verzoek kreeg van een minister ging je overstag."

De pleegouders verwijten Terre des Hommes onzorgvuldig te hebben gehandeld. Adoptiekind Sherry Jae vindt dat excuses op zijn plaats zijn. "Zodat erkend wordt dat dingen goed fout zijn gegaan. Dat zou ik wel willen horen. Niet zozeer voor mezelf, maar voor de anderen."

Kok weet niet of hij excuses moet maken voor de gebeurtenissen van toen. "Of Terre des Hommes is aan te wijzen als schuldige, dat kan ik nu niet vaststellen. Maar deze geschiedenis is natuurlijk verschrikkelijk."

De zoektocht naar de Biafra-kinderen

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl