Hun dorpen staan in brand en ze zijn massaal op de vlucht. Het geweld tegen de Rohingya in Myanmar neemt excessieve vormen aan.
In de landen in de regio werd al geprotesteerd tegen de vervolging van de moslim-minderheid, ook in de moslimgemeenschap in Nederland dringt de ernst van de situatie door.
Op de dag van het Offerfeest maken ook veel Nederlandse moslims zich zorgen om de Rohinya. In de ULU-moskee in Utrecht werd tijdens het middaggebed aandacht gevraagd voor hun situatie.
"Er zijn daar in enkele dagen meer dan drieduizend mensen vermoord. En alleen maar vanwege hun geloofsovertuiging", zegt een moskeebezoeker. "Mensen zijn mensen, we moeten er voor elkaar zijn".
"Er vinden daar gruweldaden plaats. Mensen zijn er hulpeloos", zegt Farrid Uddin, een gevluchte zakenman uit Bangladesh aan de overkant van de moskee. "Deze mensen wordt structureel hun burgerrechten ontzegd. Er moet hulp komen vanuit de VN."
Gevechten
De Rohingya zijn islamitisch en worden gezien als tweederangsburgers in het verder boeddhistische Myanmar. Al jaren strijden zij voor gelijke rechten.
Bij gevechten vallen veel onschuldige burgerdoden. Volgens de VN zijn er in gebied "waarschijnlijk misdaden tegen de menselijkheid gepleegd". Hulporganisaties spreken zelfs van genocide.
De afgelopen maanden kwamen er honderden mensen om door het geweld van het leger. Rohingya-rebellen hebben de afgelopen weken ook legerposten aangevallen. Het leger slaat hard terug en brandt hele dorpen plat. De regering ziet de Rohingya nu als terroristen en jaagt ze het land uit.
De meeste vluchtelingen, vooral vrouwen en kinderen, zijn er volgens de Verenigde Naties slecht aan toe. Er zijn talloze gewonden en de mensen zijn hongerig, uitgeput en getraumatiseerd.