Hoe het omkoopschandaal over de aanbesteding van politie- en defensieauto's ook uitpakt, volgens hoogleraar Douwe Jan Elzinga duidt de zaak sowieso op een probleem. Namelijk de vraag of de politieke onschendbaarheid van ministers en Kamerleden afgeschaft moet worden. Politici en ambtenaren op lagere niveau's kunnen in Nederland wel vervolgd worden.
Vandaag bleek dat het Openbaar Ministerie nooit vragen heeft gesteld over extra voordelen die minister Kamp in 2006 kreeg van autogroothandel Pon. Dat terwijl ambtenaren voor vergelijkbare diensten zijn vervolgd en ontslagen.
"Normaal kraait hier geen haan naar", zegt hoogleraar staatsrecht Douwe Jan Elzinga. "In die zin treft het OM wel enig verwijt dat men deze kwesties gewoon laat lopen."
Volgens Elzinga laat deze zaak een al vaker geconstateerd probleem in het strafrechtsysteem zien. "Dat het in de praktijk vrijwel onmogelijk blijkt om bestuurders, zoals een minister, strafrechtelijk te vervolgen voor ambtsmisdrijven." En dat zou wel moeten, stelt Elzinga. "Dat is een ernstige zaak. Het geeft een nare kijk op het politieke systeem in Nederland en daar moeten we iets aan doen."
Kritisch
Ook hoogleraar bestuurskunde Leo Huberts is kritisch op de besluiten van het Openbaar Ministerie. "Als dezelfde fouten of strafbare feiten worden gepleegd door iemand die hoger of lager in de organisatie zit, dan verwacht je dat het OM iedereen serieus onderzoekt en afwegingen maakt waarom vervolging op z'n plaats is."
Onmogelijk
In het verleden hebben twee commissies gekeken hoe de politieke onschendbaarheid aangepast zou kunnen worden. Commissie De Wijkerslooth was ingesteld nadat PvdA-Tweede Kamerlid Paul Tang Prinsjesdagstukken had gelekt naar RTL. De commissie Schouten deed onderzoek na het lekken van geheime informatie uit de Commissie voor Inlichtingendiensten en Veiligheidsdiensten, in de wandelgangen van Den Haag de commissie Stiekem genaamd.
Beide commissies stelden vast dat vervolging van bewindslieden en Kamerleden door het Openbaar Ministerie onmogelijk is, omdat het OM strikt genomen onder leiding staat van de regering en de Kamer. Daarnaast vindt de regering het onwenselijk als bewindslieden worden vervolgd, omdat kwaadwillenden met een rechtszaak regeringsbeleid zouden kunnen dwarsbomen.