Hoogstpersoonlijk werd vanmiddag de 'brexit-brief' in Brussel afgeleverd bij EU-president Donald Tusk. Dit is het startschot voor de ingewikkelde onderhandelingen tussen Groot-Brittannië en de Europese Unie.
Wie zitten er aan de onderhandelingstafel en wat wordt daar als eerste besproken? En gaat het er beschaafd aan toe of wordt het een vechtscheiding?
Nieuwsuur vraagt aan het aan Rem Korteweg, onderzoeker bij het Centre for European Reform en lid van de brexit-commissie van de Adviesraad voor Internationale Vraagstukken. Hij adviseert het kabinet over de brexit.
Wie zijn de onderhandelaars?
"De komende twee jaar zitten er een aantal hoofdonderhandelaars aan tafel. Dat zijn de Fransman Michel Barnier van de Europese Commissie en oud-Eurocommissaris voor de interne markt. Hij wordt bijgestaan door een team van medewerkers uit de meeste 27 EU lidstaten. Zijn plaatsvervanger is een Duitse."
"Tegenover hem zit de Brit David Davis, minister voor Brexit-zaken. Hij is een eurosceptische Conservatief en was in de jaren negentig staatssecretaris voor Europese Zaken."
"Daarnaast speelt er nog een aantal anderen een belangrijke rol. Didier Seeuws vertegenwoordigt de Europese Raad en Europarlementariër Guy Verhofstadt doet mee aan de onderhandelingen namens het Europees Parlement."
Wat is het belangrijkste onderwerp waarover ze gaan onderhandelen?
"De toekomstige handelsbetrekkingen tussen de Europese Unie het Verenigd Koninkrijk. De handelsbelangen zijn groot; voor het VK, maar ook voor sommige Europese lidstaten. Komt er een vrijhandelskoord of krijgen we een 'harde' brexit waarbij de Britten moeten terugvallen op regels van de Wereldhandelsorganisatie."
En wat gebeurt er met de Londense City? Gaan tariefmuren omhoog en komen er wachtrijen aan de Britse grens? Of lukt het de Britten om de krenten uit de pap te halen en een uitzonderingspositie uit de onderhandelingen te slepen."
Charles Michel
@eucopresident
The Article 50 letter. #Brexit https://t.co/SO5R5BTvhw
13:31
29 maart 2017
Wat zijn de grote struikelblokken?
"De eindafrekening van zestig miljard die het Verenigd Koninkrijk volgens de Europese Commissie moet betalen. De Britten zijn het daar niet mee eens. Ook zal de rol van het Europese Hof van Justitie een struikelblok vormen. Het hof moet een handelsakkoord controleren, maar moet ook justitiële- en politiesamenwerking met de Britten mogelijk te maken.
Premier May zegt dat ze 'frictieloze' handelsbetrekkingen met de EU nastreeft. Maar iedere stap die het Verenigd Koninkrijk verwijdert van de interne markt komt met een kostenplaatje. Ook willen de Britten speciale deals en uitzonderingen, en misschien individuele afspraken met verschillende lidstaten. De EU is er juist veel aan gelegen om het front gesloten te houden.
Daarnaast moet worden bepaald vanaf wanneer de opgebouwde rechten van EU-burgers die in het Verenigd Koninkrijk wonen niet meer gelden."
Wordt het een vechtscheiding?
"Het kan daar op uitlopen. De onderhandelingen kunnen op verschillende manieren stuklopen, bijvoorbeeld als de Britten een eindafrekening niet accepteren en er een pijnlijke patstelling ontstaat.
De EU heeft de beste kaarten in handen, maar het is de vraag of de Britse regering dat ook zo ziet. May heeft al aangegeven dat "geen deal beter is dan een slechte deal". Hoe ver wil zij gaan?
Wat zijn de gevolgen voor Nederland?
"Dat hangt van de soort brexit af. Van alle EU-lidstaten heeft Nederland, na Ierland, het grootste economische belang bij een 'zachte' brexit. Een 'harde' Brexit zal de Nederlandse economie schaden.
Daarnaast zal een Europese Unie zonder de Britten wennen zijn voor Den Haag. Nederland wilde het Verenigd Koninkrijk er altijd graag bij hebben, om tegenwicht te bieden aan de Frans-Duitse as en om de EU pragmatischer en liberaler te maken.
Een klein lichtpuntje zou zijn dat bedrijven zich naar Nederland verplaatsen."
Wat is de ideale uitkomst?
"De brexit gaat hoe dan ook pijn doen, voor beide partijen. De vraag is hoe die pijn te verzachten. Het vergt een constructieve houding van allebei tijdens de onderhandelingen, zodat de handelsrelaties zo min mogelijk verstoord worden.
Ook moet er een overgangsperiode komen om de nauwe samenwerking op het gebied van buitenlands-, veiligheid-, en terreurbeleid te behouden."