Het aanvullende pensioen van zo’n duizend voormalige Europarlementariërs wordt niet gekort, ook al kampt hun pensioenfonds met grote tekorten. Het fonds heeft een dekkingsgraad van slechts 37 procent. De rekening wordt doorgeschoven naar het Europees Parlement: op de begroting is 270 miljoen opzij gezet om het gat te dichten.
Volgens de Nederlandse pensioendeskundige Theo Kocken hebben de gepensioneerde parlementariërs veel te weinig premie betaald voor het pensioen dat ze krijgen. “Het is een absurde pensioenregeling met veel te veel toezeggingen voor veel te weinig premie."
'Lachertje'
In Nederland mogen fondsen met een dekkingsgraad onder de 105 procent de pensioenen niet verhogen. Bij een veel lagere dekkingsgraad worden de pensioenen zelfs gekort. In Brussel zijn de pensioenen vorig jaar - ondanks het tekort - opnieuw verhoogd.
Theo Kocken noemt de jaarrekening van het parlement "helemaal een lachertje”, want volgens Kocken geeft het fonds geen duidelijke inzage in de financiële risico’s.
Ook enkele Nederlandse Europarlementariërs maken gebruik van het omstreden pensioen. De riante pensioenvoorziening komt bovenop het pensioen dat parlementariërs in eigen land sparen. Volgens critici is de regeling "moreel verwerpelijk" en een vorm van zelfverrijking.
Nederlandse Europarlementariërs spraken in 1999 af dat ze niet langer gebruik zouden maken van de regeling. In 2005 werd dat opnieuw afgesproken. Toch blijkt uit onderzoek van Nieuwsuur dat twee Europarlementariërs die deze verklaring hebben ondertekend, nu wel pensioen ontvangen.
Oud-Europarlementariërs Ria Oomen-Ruijten (CDA) en Hans Blokland (ChristenUnie) zijn lid gebleven van de omstreden aanvullende pensioenregeling terwijl hun fracties in 1999 en 2005 hadden toegezegd dat ze er geen gebruik van zouden maken.
In een reactie zeggen beiden dat ze na het tekenen van de gedragscode geen premie meer hebben betaald. Ze noemen zichzelf slapend lid. Omdat ze in de voorgaande jaren wel premie hebben betaald, hielden ze wel recht op een uitkering. Hun fracties zijn het eens met deze uitleg.
Gedragscode
Maar volgens een eigen onderzoek van de ChristenUnie was het doel van de afspraken "te voorkomen dat er naast het Nederlandse pensioen ook nog een Europees pensioen zou worden ontvangen". Om die reden heeft de VVD-er Jan Mulder zijn pensioen ook opgezegd en de premie die hij al betaald had, laten terugbetalen. Ria Oomen en Hans Blokland hebben dat niet gedaan.
In de praktijk ontvangen ze vanaf 63 jaar een uitkering uit dit fonds. Opmerkelijk omdat ze in de gedragscode afspreken dat ze er geen gebruik van zullen maken omdat ze al een pensioen krijgen in Nederland.
Uit de stukken die het parlement nu heeft vrijgegeven, blijkt dat de CDA-er Ria Oomen in ieder geval in 2012 nog lid was van het fonds. Na 25 jaar verliet zij het parlement in 2014. Tegenwoordig is zij lid van de Eerste Kamer. Tegen Nieuwsuur zegt Oomen dat ze na het tekenen van de gedragscode geen premie meer heeft betaald. Wel erkent ze dat ze nu pensioen ontvangt uit het fonds.
In 1999 heeft de CDA-delegatie toegezegd dat ze geen lid zouden zijn van het aanvullende pensioenfonds. Op 16 juni 2000 schrijft de delegatie in een verslag over de naleving van de gedragscode: "De leden nemen geen deel meer aan de vrijwillige aanvullende pensioenregeling van het EP".
Tussen 2005 en 2009 heeft de CDA-delegatie ieder jaar verklaard dat door de CDA-ers "niet deelgenomen wordt aan de vrijwillige aanvullende pensioenregeling van het EP".
Onderzoek
In 2004 laat SGP/ChristenUnie onderzoek doen naar het declaratiegedrag van Europarlementariërs. Leidraad is dan de gedragscode van 1999. Tegen de onderzoekers zegt Blokland dat hij geen lid meer is van het fonds.
Tegen Nieuwsuur zegt Blokland nu dat hij wel lid is gebleven, maar dat hij na de gedragscode wel gestopt is met het betalen van premie. Hij bouwde dus geen nieuwe rechten meer op.