Kinderen die uit-huis worden geplaatst moeten zoveel mogelijk worden opgevangen in pleeggezinnen en ‘gezinshuizen’. Gemeenten bouwen daarom het aantal opvangplekken in instellingen af.
Alleen: er zijn nog niet genoeg pleegouders om die afname op te vangen. Daardoor belanden kinderen volgens deskundigen in de crisisopvang en ‘op straat’.
Gezinshuizen zijn gezinnen waar professionele, fulltime opvoeders -vaak meerdere- pleegkinderen opvangen. Luciano van Rijn (17), werd op z’n 12e uit huis geplaatst vanwege een slechte relatie met zijn stiefvader.
'Meer stabiliteit'
Hij woont sindsdien in een gezinshuis in het Zuid-Hollandse Monster. "Ik heb ook in instellingen gewoond maar een gezinshuis geeft me veel meer stabiliteit in mijn opvoeding", zegt Luciano.
Luciano voelt als mijn echte broer.
Zijn gezinshuisouder Marjolein Coenders bevestigt dit: "Het heeft goed uitgepakt, precies zoals ik gehoopt had." Naast Luciano vangt ze nog twee jongeren op, onder wie een 15-jarige tienermoeder met een pasgeboren baby. Het heeft volgens haar ook een positief effect op haar twee biologische dochters. ”Ik vind het leuk”, zegt de 12-jarige Pleun. "Luciano voelt als mijn echte broer."
Ook uit onderzoek blijkt dat pleeggezinnen en gezinshuizen beter zijn voor het kind dan opvang in een instelling. “Dat heeft ook goede invloed op hun gedrag”, oordeelt lector Residentiele Jeugdzorg Peer van der Helm van de Hogeschool Leiden.
Goedkoper
Pleegzorg is ook nog goedkoper. Gemeenten, sinds 2015 verantwoordelijk voor pleegzorg, stimuleren daarom plaatsing in zulke gezinshuizen. De regio Haaglanden is voorloper: 100 kinderen verblijven er in gezinshuizen, naast 1100 in gewone pleeggezinnen.
"We kunnen ons voorstellen dat als je zo kwetsbaar bent, je het liefst op een plek verblijft die de warmte heeft van thuis", vertelt wethouder Ingrid van Engelshoven. Het aantal bedden in instellingen is in de regio Haaglanden al met een kwart afgebouwd. "Maar we houden er nog wel 200 achter de hand."
Het aantal pleegouders en gezinshuisouders blijft achter op de afbouw van bedden in instellingen.
Bij de instellingen van het Leger des Heils, dat actief is in de helft van de gemeenten, is zelfs zo’n 30 procent van de bedden geschrapt. Maar niet alle kinderen zijn geschikt voor pleegzorg.
"Er zijn kinderen die zulk extreem gedrag vertonen dat die moeilijk in een gezinshuis kunnen worden geplaatst", zegt Peer van der Helm. Daarvoor blijven instellingsplekken nodig. "Bovendien blijft het aantal pleegouders en gezinshuisouders achter bij de afbouw van bedden in instellingen."
Crisisopvang
Van de 3500 extra ouders die Pleegzorg Nederland probeerde te werven zijn er maar 2500 gevonden. Belangenorganisatie Alliantie Kind in Gezin stelde als doel om in tien jaar 10.000 kinderen ‘in-huis’ te plaatsen, maar na vijf jaar is dat nog maar voor 3227 kinderen gelukt.
Een recente toename van opnamen in crisisopvang is hier volgens deskundigen een gevolg van. Cornel Vader van het Leger des Heils: "Omdat gemeenten toch met hun handen in het haar zitten, doen ze een beroep op de weinige plaatsen die er zijn om toch nog een kind geplaatst te krijgen”.
Je bent een professionele opvoeder en moet enorm stressbestendig zijn.
Volgens lector Peer van der Helm belanden jongeren zelfs ‘op straat’. "Er zijn veel meer gezinshuisouders gewenst", zegt Cornel Vader. "Ouders die tegen een stootje kunnen."
Gezinshuismoeder Marjolein Coenders: "Het houdt echt meer in dan een gewone pleegouder. Je bent een professionele opvoeder en moet enorm stressbestendig zijn,” waarschuwt ze. “Maar niets is mooier dan kinderen te helpen bij de volgende stap in hun leven."