In het boeddhistische Myanmar wordt de moslimminderheid Rohingya stelselmatig gediscrimineerd, vermoord en verkracht. Eind vorig jaar zei de VN al dat het leger bezig is met een etnische zuivering. Moslims zouden structureel worden vermoord of verjaagd uit de deelstaat Rakhine.
Veel Rohingya vluchten het land uit naar Bangladesh, het afgelopen jaar alleen al 50.000. Er wonen naar schatting een miljoen Rohingya in Myanmar. En hoewel ze al generaties lang in het land wonen, moet ook de gewone Myanmarees niets van ze hebben.
Na de verkiezing van voormalig oppositieleidster en Nobelprijswinnares Aung San Suu Kyi hoopten veel Rohingya op een verbetering in de situatie. Maar de praktijk lijkt weerbarstiger.
Nourdeen Wildeman van de stichting as-Salaamah wal'Adaalah zet zich in voor de Rohingya-minderheid. Hij vreest voor een genocide als de internationale druk niet wordt opgevoerd. "Ik heb verhalen gehoord van mensen die levend werden verbrand, of een baby die tijdens de overtocht naar Bangladesh van de smokkelaars overboord gegooid moesten worden omdat hij ging huilen."
Ze worden door de overheid niet erkend
Minka Nijhuis is journalist en schrijfster en ze volgt de situatie in Myanmar al langere tijd op de voet. "De Rohingya beschouwen zich als een etnische groep in Myanmar. Daarom noemen ze zichzelf ook Rohingya, om zich op die manier te onderscheiden, maar ze worden door de overheid niet erkend."
"Ze zijn anders dan andere minderheden, ze zijn uitgesloten van burgerrechten, ze zijn stateloos. Ze hebben geen toegang tot simpele rechten als een huwelijk of een opleiding. Zelfs reizen kan al moeilijk zijn. Ze zijn eigenlijk vogelvrij."
Er is in de jaren '80 een wet aangenomen waarin het staatsburgerschap is vastgelegd. De criteria van deze wet zijn zo moeilijk, dat het voor de meeste Rohingya's niet mogelijk is om daar aan te voldoen. "De wet is zo toegesneden dat ze Rohingya's uitsluit tot staatsburgerschap. Ze zijn vogelvrij, wetteloos en worden heel zwaar vervolgd."