Premier Rutte begint vandaag aan de grootste handelsmissie ooit naar Indonesië. Maar de vraag is of zo’n missie ook daadwerkelijk iets gaat opleveren voor het Nederlandse bedrijfsleven. Want ondanks beloftes van president Joko Widodo dat westerse ondernemingen makkelijk toegang tot de Indonesische markt krijgen, is de praktijk anders.
Bedrijven uit Indonesië, China of Zuid-Korea krijgen de meeste orders. Nieuwe investeerders laten het land liever links liggen.
Vroeger verhuurden we drie huizen per maand. De afgelopen drie maanden hebben we er niet één verhuurd.
Gmang is dé wijk van Jakarta waar de expats wonen. Tot een dramatische leegloop begon en het aantal expats in een paar jaar tijd werd gehalveerd. De makelaars van de grote villa's hebben het moeilijk.
"Vroeger verhuurden we twee, drie huizen per maand. De afgelopen drie maanden hebben we er nog niet één verhuurd", zegt makelaar Dodi.
Niet alleen de makelaars hebben het moeilijk. Ook de kleine Nederlandse school in Jakarta, die volgend jaar vijftig jaar bestaat, kampt met een terugloop van het leerlingenaantal. Groep 7 en 8 tellen samen nog slechts vier kinderen. De vraag is of de school haar vijftigjarige jubileum haalt.
Immigratiedienst
De leegloop is pijnlijk. Weinig mensen willen er openlijk over praten. Ook in het bedrijfsleven houden mensen liever hun mond.
Want als je het over expats hebt, dan heb je het over de immigratiedienst. En die gaat over de verblijfsvergunningen. Ook veranderen de regels voortdurend, soms zelfs met terugwerkende kracht.
Als je niet alles tot in de puntjes geregeld hebt, wordt het een enkeltje Amsterdam.
De Indonesische immigratiedienst maakt het leven voor veel expats en ondernemers bijzonder moeilijk. Het ingenieursbedrijf van de Nederlander Victor Coene beaamt dit.
"Het is heel gebruikelijk om op kantoor bezoek te krijgen van de immigratiedienst. Zij kijken dan of de papieren in orde zijn. Je moet dus ook altijd zorgen dat je alles tot in de puntjes geregeld hebt. Want heb je dat niet, dan is het een enkeltje Amsterdam."
Het ingenieursbedrijf heeft onlangs de helft van zijn expats naar huis moeten sturen.
"Vorig jaar was er ineens een regel dat je tien Indonesiërs per expat in dienst moest hebben. Dat konden we niet in zo'n korte tijd regelen, dus hebben we mensen naar huis toegestuurd. Vervolgens is die regel net zo snel weer ingetrokken", zegt Coene.
Veel zaken bij de immigratiedienst hebben niets met nationalisme te maken. Het is louter corrupte bureaucratie.
Volgens oud-minister van Maritieme Zaken, Rizal Ramli, schept Indonesië een onvriendelijk klimaat en is het puur een kwestie van geld. "Veel zaken bij de immigratiedienst hebben niets met nationalisme te maken. Het is louter corrupte bureaucratie."
Volgens Ramli zijn het de machtige zakenlui die ook nog eens in het centrum van de macht zitten. "Zij kunnen alles regelen, en gebruiken nationalistische argumenten voor hun eigen ambitieuze belangen."
Maar de economie in Indonesië groeit. Er wordt volop gebouwd en gigantische projecten staan op stapel. En dat maakt dat bedrijven het ondanks alles toch blijven proberen. Toch gaan veel projecten aan Nederland voorbij.
Vooral de Chinezen, Japanners en Koreanen gaan met de grote projecten aan de haal. Want die zijn goedkoper en brengen geld en zachte leningen mee. Ook de allergrootste handelsmissie zal hier weinig aan veranderen.