Aangepast

'Het associatieverdrag met Turkije leeft nog steeds'

  • Dieuwke van Ooij

    verslaggever

  • Bulent Moran

    redacteur

  • Dieuwke van Ooij

    verslaggever

  • Bulent Moran

    redacteur

Het toetreden van Turkije tot de EU lijkt momenteel verder weg dan ooit. Toch was dat wat Europa voor ogen stond toen het een halve eeuw geleden het associatieverdrag met Turkije sloot.

Het verdrag uit 1963 leidde de afgelopen decennia in Nederland tot honderden rechtszaken van Turken die met succes hun recht opeisten, bijvoorbeeld om niet te hoeven inburgeren.

Het verdrag bepaalt namelijk dat Turken in Europa niet anders mogen worden behandeld dan de Europeanen zelf. En dat kan vergaande consequenties hebben.

'Het associatieverdrag met Turkije leeft nog steeds'

Koude oorlog

"Het associatieverdrag met Turkije leeft nog steeds", zegt oud-minister Ben Bot. Hij was voorzitter van de associatiecommissie die het verdrag moest uitwerken en implementeren. Minister Joseph Luns van Buitenlandse Zaken was namens Nederland een groot voorstander van het verdrag.

Bot: "We zaten destijds midden in de Koude Oorlog en we moesten koste wat kost de zuidflank van Europa beschermen. Het was helemaal gericht op het inbedden van Turkije in de Europese structuur."

Gelijke rechten

Het associatieverdrag garandeert gelijke rechten voor de drie miljoen Turkse burgers die in de Europese Unie wonen en werken. Het verdrag heeft dus vergaande gevolgen voor inburgering, sociale rechten, verblijfsvergunningen en gezinshereniging.

Nederland en Duitsland proberen steeds opnieuw de grenzen van het verdrag op te zoeken. Zo zal minister Lodewijk Asscher onverbiddelijk op het verdrag stuiten als hij Turkse imams verplicht wil laten inburgeren voordat ze een verblijfsvergunning krijgen.

Net als Rita Verdonk een paar jaar geleden op het verdrag stuitte toen ze inburgering voor Turkse burgers verplicht stelde. Rechters oordeelden toen dat het inburgeren niet nodig was, omdat met de ondertekening van het verdrag impliciet werd aanvaard dat Turkije tot Europa behoort.

Iedere keer als een minister probeert Turkse burgers speciale regels op te leggen, vinden ze mij tegenover zich.

Nezmi Türkkol, advocaat

Advocaat Nazmi Türkkol heeft al veel Turken uit Nederland geholpen met het opeisen van gelijke rechten. ''Iedere keer als een minister probeert Turkse burgers speciale regels op te leggen, vinden ze mij tegenover zich."

Hij verdedigt nu een Turks-Nederlandse familie van wie de minderjarige kinderen minder kinderbijslag krijgen omdat ze in Turkije opgroeien. Een nieuwe wet bepaalt dat kinderen die in het buitenland opgroeien, minder krijgen als het levensonderhoud in het betreffende land lager is.

'Als dit niets wordt, is er nog het Europees Hof'

De vader werkt al sinds 1979 in Nederland, maar wil dat zijn kinderen in Turkije opgroeien. "In Nederland werd een kind ziek en een dochter kon niet meekomen op school. Onterecht, want hier in Turkije is ze landbouwkundig ingenieur geworden. De andere dochter zit nu op het vwo'', vertelt Türkkol.

Het is nog maar de vraag of de familie gelijk krijgt op grond van het associatieverdrag. De nieuwe wet rond de kinderbijslag geldt namelijk niet alleen voor Turkse kinderen, maar voor alle Nederlanders.

Turbulente tijden

Dat Turken in 2016 nog steeds beroep doen op het verdrag uit 1963, vindt oud-minister Bot begrijpelijk. Ook al is het politieke klimaat in Turkije intussen anders. "Gewone burgers moeten niet het slachtoffer worden van politiek gekissebis. Ze moeten kunnen vertrouwen op de rechten die ze volgens het verdrag hebben."

Het verdrag heeft volgens Bot nog steeds betekenis. "Juist in deze periode van grote turbulentie; we worden omgeven door vijandige krachten. Het is belangrijk dat die zuidflank goed beschermd is en bij ons hoort. Het Turks-Europese associatieverdrag draagt daaraan bij."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl