Het is een flinke tegenslag voor de Britse premier Theresa May: haar regering moet het Britse parlement raadplegen voordat ze artikel 50 van het Verdrag van Lissabon in werking stelt, waarmee het opzeggen van het lidmaatschap van de Europese Unie wordt geregeld.
Want niet de regering, maar het gehele parlement - dat voor een groot deel bestaat uit politici die tegen de brexit zijn - mag bepalen of en wanneer het Verenigd Koninkrijk het brexit-proces begint, zo oordeelde het Britse gerechtshof in Londen donderdag.
Vrijgeven
Premier May had er op gehoopt dat ze zonder bemoeienis van het parlement de onderhandelingen met Brussel zou kunnen starten. Dan zou ze haar kaarten tegen de borst kunnen houden en niet en plein public haar onderhandelingspositie aan het Britse Lagerhuis, en daarmee de rest van de wereld vrijgeven.
"Een meerderheid zal eisen om inzicht in de plannen van May en dat zal het onderhandelen veel moeilijker maken", zegt oud-diplomaat Jonathan Powell.
Hoewel de regering het oordeel van de rechter gaat aanvechten, heeft de uitspraak de complexe onderhandelingen over het Britse uittreden veel ingewikkelder gemaakt.
"De Britten hebben weinig kaarten in handen en wat het voor Verenigd Koninkrijk heel moeilijk maakt, is dat May intern de zaken op orde moet krijgen. Ze moet binnen het Verenigd Koninkrijk op diverse borden tegelijk schaken", zegt oud-diplomaat Tom de Bruijn.
De Schotten hebben eerder al gedreigd met een nieuw referendum als ze niet aan de onderhandelingstafel mogen plaatsnemen en hun belang niet wordt gediend. Bedrijven in het financiële centrum van Londen willen dat de Britten binnen de interne markt blijven.
En dan volgen nog de complexe onderhandelingen met Brussel. Duizenden pagina’s aan wetgeving moeten uitgevlooid worden. De handelsrelatie tussen Brussel en Londen moet vastgesteld worden: treden ze volledig uit de Europese Unie of wordt het een relatie waarin ze nog wel toegang krijgen tot de interne markt?
Dit laatste betekent dat het Verenigd Koninkrijk zich moet committeren aan het vrije verkeer van personen. Maar voor de Britse regering is dit geen optie. En er moet besloten worden op welke terreinen de Britten nog met Brussel gaan samenwerken. Bij voorbeeld op het gebied van terrorismebestrijding of justitiële samenwerking.
Deskundigheid
"De onderhandelingen zullen beleefd en vriendelijk starten, maar het zal uiteindelijk niet zo beleefd en vriendelijk meer zijn", zegt oud-diplomaat Stephen Wall. "Ook is er aan de Britse kant niemand met de juiste deskundigheid op het gebied van handelsbesprekingen."
Alle drie de oud-diplomaten vrezen dat de uitwerking van een nieuwe relatie tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU veel langer zal duren dan twee jaar. En het sluiten van nieuwe handelsovereenkomsten met landen buiten de EU kan het Verenigd Koninkrijk volgens de diplomaten nog zeker zo’n tien jaar kosten.