Nederland moet stoppen met adoptie van kinderen uit het buitenland. "Alleen als er geen andere oplossing beschikbaar is, mag men overgaan tot adoptie van een kind", vindt de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ).
In het huidige systeem blijven ouders kinderen naar weeshuizen sturen en worden achterliggende problemen niet opgelost. Adoptie belemmert de opbouw van pleegzorg en jeugdbescherming in het land van herkomst, zegt RSJ.
Volgens het adviesorgaan moet het belang van het kind altijd voorop staan en niet dat van de wensouders. Opgroeien in eigen land, met eigen cultuur is daarbij belangrijk. Kinderen hebben er volgens de raad baat bij dat hun eigen opvoeding wordt gecontinueerd.
Marina van Dongen vindt het RSJ-rapport fantastisch nieuws. Zij roept al langer dat het adoptiesysteem niet deugt. Van Dongen is zelf geadopteerd, ze was 11 maanden oud toen uit Griekenland kwam.
Ze heeft zich nooit ergens thuis gevoeld en vindt het adoptiesysteem achterhaald. "Ik ben geadopteerd door ouders die dolgraag kinderen wilden, maar ze zelf niet konden krijgen. Voor mijn gevoel moest ik de plaats innemen van een kind dat mijn moeder nooit kon krijgen", vertelde Van Dongen eerder.
Rudo Slappendel is het niet eens met het adviesorgaan. Hij vindt dat adoptie kansen geeft aan kinderen. Zelf is hij geadopteerd uit India toen hij een half jaar oud was. "Daar ben ik heel blij mee. Mijn ouders zijn daar maanden mee bezig geweest en wilden met liefde een kind opvoeden. Dat hebben ze gedaan."
Hij snapt dat het bij sommige kinderen soms misgaat. "Maar het is heel makkelijk om dan de schuld te geven aan de adoptie." Slappendel heeft nooit behoefte gehad om zijn biologische ouders te ontmoeten.
De meeste adoptiekinderen in Nederland komen uit China en de Verenigde Staten. Vorig jaar werden er honderd kinderen geadopteerd uit China en 35 uit de VS.
Volgens de RSJ kan Nederland onmogelijk toezicht houden bij adopties in China, terwijl in de VS vaak mogelijkheden zijn om kinderen in eigen land op te vangen.