Vier van de zes soorten mensapen worden met uitsterven bedreigd. Ook het aantal olifanten is drastisch afgenomen de afgelopen jaren. Dat blijkt uit twee rapporten die afgelopen week zijn verschenen.
Toch gaat er al jarenlang extra geld naar bescherming van bedreigde diersoorten, is er veel aandacht voor het probleem en zijn de regels tegen dierenhandel en stroperij wereldwijd streng. Waarom lukt het desondanks niet het tij te keren?
"Stroperij komt vooral voort uit armoede, onwetendheid en wanhoop en minder vanuit criminaliteit", vertelt Rory Young. Hij strijdt in verschillende landen tegen stroperij.
Het is volgens Young belangrijk dat de lokale bevolking zich bewust wordt van de gevolgen van stroperij. "Het is onmogelijk om tegen mensen die honger lijden te zeggen dat ze een dier niet mogen doden, tenzij ze snappen hoe belangrijk het is."
Natuurbeschermingsorganisatie IUCN maakte gisteren een nieuwe Rode Lijst bekend. De lijst wordt ieder jaar samengesteld op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten en laat volgens de organisatie zien voor welke soorten er dringend actie moet worden ondernomen.
De directeur van IUCN spreekt van een droevige dag. "De Rode Lijst laat zien dat we onze soortgenoten aan het wegvagen zijn."
Een hoorn van een neushoorn is zo'n honderdduizend dollar waard. Veel meer dan goud.
In veel landen wordt tegen beter weten in het leger ingezet om stroperij tegen te gaan, zegt Young. "De enige manier om wilde dieren te beschermen is via de lokale bevolking. Zij weten vaak wie de stropers zijn, en wanneer ze toeslaan."
Volgens Young mist de politieke wil om stropen te stoppen. "Het zou niet gebeuren als lokale leiders, landen of de internationale gemeenschap niet wilden dat het zou gebeuren. De middelen en kennis zijn er al om het te stoppen."
Maar Young vreest dat het einde nog niet in zicht is. "Het wordt nog veel erger. Een hoorn van een neushoorn is zo'n honderdduizend dollar waard. Veel meer dan goud."