Met zeer goede zin stapt Carola Huijting het klaslokaal in Utrecht Overvecht binnen. De eerste taalles na de vakantie gaat weer beginnen. Samen met vrijwilliger Frans Wagenaar gaat ze aan de slag met spreekwoorden en uitdrukkingen. Dat is best weer even inkomen, na ruim twee maanden geen les te hebben gehad.
"Ik merk dat het vakantie is geweest. Het zakt dan langzaam af en daardoor ben ik wel een paar stapjes achteruit gegaan. Dan moet ik weer opnieuw aan de bak." Huijting kan de zinnen goed lezen, maar ze heeft nog moeite met de betekenis van sommige uitdrukkingen.
Bijvoorbeeld: iemand kan bergen werk verzetten. Samen met Wagenaar zoekt ze de juiste betekenis en schrijft die dan in haar eigen woorden op.
Huijting heeft op jonge leeftijd niet goed leren lezen en schrijven. "Ik kon niet goed meekomen op de basisschool. Toen moest ik naar een andere school en daarna weer naar een andere school. Na de middelbare school ben ik meteen gaan werken."
Haar achterstand kon ze goed verborgen houden, totdat ze moest mailen op haar werk. Ze vroeg een collega om hulp en uiteindelijk vroeg haar manager of ze een cursus wilde doen. "Toen heb ik gezegd: toevallig wil ik naar school om beter te leren schrijven. Hij zei toen: we gaan eens kijken. Voordat ik het wist zat ik hier op school."
Ook Jos Niels wist jarenlang verborgen te houden dat hij niet goed kon lezen en schrijven. Hij was een succesvol ondernemer, had verschillende bloemenwinkels en in totaal 35 mensen in dienst. "Ik heb het geluk dat ik een heel lieve vrouw heb. Zij deed de administratie. Als de telefoon ging, gaf ik die door aan mijn medewerkers. Verder delegeerde ik alles", legt Niels uit.
Toen die computer eenmaal in de zaak stond, ging het helemaal fout. Ik dacht: Jos, dit kan echt niet meer.
In zijn jeugd miste Niels een half jaar school door ziekte. Die achterstand heeft hij nooit meer ingehaald. In de bloemenwinkel ontwikkelde hij een eigen taal. "Voor bloemen schreef ik BL op, voor planten PL. Een zonnebloem was ZO, een dahlia DAL. Ik wist precies wat er stond, maar voor mijn medewerkers was het lastiger te begrijpen."
Zo wist Niels lange tijd voor buitenstaanders zijn probleem te verbergen. Totdat er een computer in de zaak kwam. “Toen dat kreng er eenmaal stond, ging het helemaal fout. Ik dacht: Jos, dit kan echt niet meer. Toen ben ik gaan leren."
Zowel Niels als Huijting heeft grote sprongen gemaakt sinds het volgen van de taallessen. Beiden zijn erg trots en blij dat ze nu veel zelfstandiger en zelfverzekerder kunnen functioneren. "Je durft meer naar buiten te gaan. En ik durf iets te schrijven zonder dat iemand het hoeft na te kijken", vertelt Huijting.
Toch zijn ze bang voor de toekomst. De overheid communiceert steeds vaker via het internet en dat blijft ingewikkeld. "Ik ben er niet enthousiast over om dat via de computer te doen", zegt Huijting. "Ik probeer het zo lang mogelijk uit te stellen. Vaak staan er zoveel moeilijke woorden in die ik niet begrijp."
Ook Niels vindt de dienstverlening van officiële instanties veel te ingewikkeld. Als hij een afspraak voor een nieuw identiteitskaart probeert te maken, loop hij al snel vast. "Het is waardeloos. Als je een letter verkeerd intikt, gaat het al mis. Dan begin je te twijfelen en word je zenuwachtig. Het liefst druk je op het kruisje en vraag je gewoon geen nieuwe kaart aan."