Ongeveer een miljoen laaggeschoolden in Nederland maakt amper gebruik van de mogelijkheden om zich bij te scholen, terwijl deze groep juist meer risico loopt bij werkloosheid. Dat blijkt uit onderzoek van TNO.
"Een miljoen werknemers zijn aan het werk zonder startkwalificatie. Zij hebben geen formeel erkende diploma’s hoger dan mbo niveau 1", zegt onderzoeker Jos Sanders. "Zeker als je je baan verliest, is het moeilijk om zonder erkende diploma’s aan het werk te komen. Dat maakt deze groep kwetsbaar."
Bijscholing wordt steeds belangrijker omdat we steeds langer doorwerken en technologische ontwikkelingen elkaar snel opvolgen. "Door automatisering kun je met de vaardigheden van nu waarschijnlijk twee, drie jaar vooruit, in plaats van vijftig jaar."
Bedrijven en de overheid besteden miljoenen aan zogenoemde duurzame inzetbaarheid: het mogelijk maken dat werknemers langer en gezonder kunnen doorwerken.
Laaggeschoolden doen minder vaak mee aan opleidingen omdat ze minder vertrouwen hebben dat ze slagen.
Sanders deed onderzoek naar de duurzame inzetbaarheid van laaggeschoolde werknemers. Dat laaggeschoolde werknemers amper gebruikmaken van bijscholing komt vooral door negatieve associaties die mensen hebben met leren.
"Laaggeschoolden doen minder vaak mee aan opleidingen, omdat ze weinig vertrouwen hebben dat ze een opleiding tot een goed einde kunnen brengen. Als je niet het vertrouwen hebt dat je gaat slagen, dan heb je ook minder de neiging om eraan te beginnen."
Multifunctioneel inzetbaar
Bij vleesverwerkingsbedrijf Bobeldijk in Deventer is meer dan de helft van de werknemers laaggeschoold. Sinds een jaar zijn ze actief bezig met bijscholing.
Het bedrijf vindt het belangrijk dat werknemers flexibel zijn. "Waar we naartoe willen is dat mensen multifunctioneel inzetbaar worden. Het is veel fysiek werk in het bedrijf. Door mensen op verschillende plekken in te zetten, kun je hun fysieke houdbaarheid verlengen", zegt HR-manager Lilian Aspers.
Ook cv-ketelproducent Remeha in Apeldoorn probeert laaggeschoolde werknemers bij te scholen. "Een aantal jaren geleden hadden we het vooruitzicht dat we rond ons 60e konden stoppen met werken. Maar dat is behoorlijk veranderd", zegt HR-manager Werner van Eelen.
Toch is het lastig om lageropgeleiden te motiveren. "We merken dat medewerkers er niet mee bezig zijn. Dat is heel logisch, maar het bewustzijn moet er komen", zegt Van Eelen.
Om die reden worden werknemers die niet zelf voor een cursus of opleiding kiezen door Remeha verplicht om mee te doen aan groepstrainingen.
TNO-onderzoeker Sanders vraagt zich af of verplicht bijscholen de beste methode is. "Verplichting kan een mooie eerste stap zijn, als het er maar wel voor zorgt dat mensen een positieve leerervaring hebben. Als dat niet zo is, dan volgt er na die ene opleiding niets meer. Het leerproces eindigt dan vrij snel en dat heeft dan niets meer met duurzame inzetbaarheid te maken."
Het is daarom belangrijk dat werknemers een positief gevoel overhouden aan het leren, benadrukt Sanders. "Want met een positieve leerervaring kun je in een levenslange leercyclus terechtkomen."