Omwonenden veehouderij hebben meer luchtwegklachten

  • Karin Bakker

    redacteur

  • Judith Pennarts

    verslaggever zorg

  • Karin Bakker

    redacteur

  • Judith Pennarts

    verslaggever zorg

Mensen die dicht in de buurt van een veehouderij wonen hebben meer luchtwegklachten, zoals hoesten en een piepende adem. De longfunctie van omwonenden in een gebied met veel koeien, kippen en varkens neemt namelijk met 2 tot 5 procent af. Ook komen er 10 procent meer longontstekingen voor in de omgeving van pluimvee.

Dit blijkt uit een driejarig onderzoek van het RIVM, Universiteit Utrecht (IRAS), Wageningen UR en NIVEL. 2500 omwonenden uit Noord-Brabant en Limburg hebben meegedaan aan het gezondheidsonderzoek. Ze stonden daarvoor bloed en neusslijm af en ook werden hun longen onderzocht.

Omwonenden veehouderij hebben meer luchtwegklachten

Ammoniak en fijnstof

De verminderde longfunctie is vooral te zien bij mensen die binnen 1 kilometer wonen van vijftien of meer bedrijven. Het is volgens de onderzoekers het meest waarschijnlijk dat deze verandering veroorzaakt wordt door de blootstelling aan stoffen afkomstig uit de veehouderij.

"Naast de uitstoot van fijnstof, baart de ammoniakuitstoot in de landbouw ons veel zorgen", zegt onderzoeksleider Dick Heederik van het IRAS. "Op dagen met veel ammoniakuitstoot, bijvoorbeeld na het uitrijden van mest, hebben mensen ook een lagere longfunctie, blijkt uit ons onderzoek."

Ook in de steden

De ammoniakuitstoot is niet alleen een probleem voor mensen die in de buurt van een veehouderij wonen. Ammoniak reageert in de lucht met stikstofdioxiden uit het verkeer en de industrie, waarbij stofdeeltjes worden gevormd die zich honderden kilometers verplaatsen.

"Die stofdeeltjes verspreiden zich over het hele land, dus je kan de gezondheidseffecten eigenlijk overal verwachten, ook in steden", zegt Heederik.

Uit het onderzoek komt ook positief nieuws: astma en allergieën komen minder vaak voor bij mensen die in de buurt van veehouderijen wonen. Het was al bekend dat deze aandoeningen minder vaak optreden bij mensen die op een boerderij opgroeien, maar uit het onderzoek blijkt dat dit ook geldt voor mensen die in de omgeving wonen.

Intensieve veehouderij past beter op de Tweede Maasvlakte.

Jos van de Sande, oud-GGD-arts

Vorige maand concludeerde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) al in een rapport dat de invloed van de landbouw op de luchtverontreiniging is toegenomen. "In het rapport staat dat meer dan de helft van de vroegtijdige sterfte door luchtverontreiniging met de landbouw te maken heeft", zegt voormalig GGD-arts Jos van de Sande.

Hij maakt zich sinds de uitbraak van de Q-koorts in 2007 ernstige zorgen over de toename van het aantal geiten, varkens, kippen en koeien. "De intensieve veehouderij hoort helemaal niet thuis in een gebied waar ook veel mensen wonen. Het past beter op de Tweede Maasvlakte."

Meer eisen

Onderzoeker Heederik ziet die intensivering ook. "De veehouderij wordt gezien als een landelijke activiteit, maar die is enorm gegroeid de afgelopen jaren. Het is een industriële activiteit in landelijk gebied geworden. Daar moeten meer eisen aan worden gesteld, net als aan de industrie."

Hij denkt bijvoorbeeld aan verplaatsing van de veebedrijven of technologische maatregelen die de uitstoot van fijnstof en ammoniak beperken en zorgen voor een betere mestverwerking.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl