Het Surinaamse parlement bespreekt vandaag het crisis-en herstelplan van de regering. Het International Monetair Fonds (IMF) heeft het plan als voorwaarde gesteld voor een noodkrediet van 425 miljoen euro. Dat is nodig om een bankroet van het land af te wenden.
Nieuwsuur reisde naar Suriname en sprak er met jongeren, over de gevolgen van de crisis voor hun toekomstplannen.
Door de lage olie- en goudprijzen zijn de inkomsten van de staat aanzienlijk gedaald. En dat terwijl de regering van Desi Bouterse de staatsuitgaven fors heeft verhoogd.
De invoering van populaire maar dure sociale programma’s, als de verhoging van de kinderbijslag, ouderdomsvoorzieningen en een bijdrage in de ziektekosten, drukken zwaar op de begroting.
Krimp
Veel Surinamers voelen zich overvallen door de economische crisis. Vooral de allerarmsten worden hard getroffen door de crisis.
Het afgelopen decennium groeide de Surinaamse economie jaarlijks gemiddeld met zo’n 4 procent per jaar. Maar sinds eind vorig jaar krimpt de economie en sindsdien zit Suriname in de zwaarste recessie sinds de jaren 80.
Voor een hele generatie jonge Surinamers is de crisis een extra schok. Zij zijn opgegroeid in een periode dat het land economisch groeide. Voor het eerst worden ze nu geconfronteerd met achteruitgang.
Ik heb dezelfde dromen. Maar het is moeilijk om die dromen nu te realiseren.
Voor Stephano Biervliet, een 23-jarige ondernemer uit Paramaribo, is de crisis reden om de straat op te gaan en het aftreden van de regering te eisen.
Biervliet maakte een protestlied. "Ik protesteer tegen het wanbeleid, de corruptie, geldverspilling en leugens. De armen gaan ervoor betalen. Iedereen voelt het. Zelfs de rijken voelen het."
Praathna Sital, beleidsmedewerker bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, denkt dat het aftreden van de regering niets zal uitmaken.
"Het is niet eerlijk om een regering die er vijf jaar heeft gezeten de schuld te geven. Het heeft niet aan een regering gelegen. De regering naar huis sturen is niet de oplossing."
Lindie Aboikoni, werkt in hotel in het dorpje Botopasie in het binnenland. "Ik heb dezelfde dromen als ik daarvoor had. Maar het is moeilijk om die dromen nu te realiseren."
Aboikoni vindt het moedig dat mensen de straat opgaan om actie te voeren. "Maar zelf doe ik dat niet. Ik denk niet dat het zal helpen.”