"Een slechte wet. Een gemiste kans. Een farce." Arbeidsrecht-advocaten zijn niet te spreken over de Wet werk en zekerheid van minister Lodewijk Asscher, die sinds 1 juli van kracht is. Dat blijkt uit een enquête die Nieuwsuur hield onder de Vereniging van Arbeidsrecht Advocaten Nederland (VAAN).
De minister wil met de wet bereiken dat werkgevers werknemers eerder in vaste dienst nemen en dat werknemers eenvoudiger ontslagen kunnen worden. Uit de enquête onder arbeidsrecht-advocaten blijkt dat de wet een tegengesteld effect heeft. Bovendien verzinnen werkgevers constructies om de wet te omzeilen.
In Nieuwsuur vertellen diverse werkgevers waarom ze nog huiveriger zijn geworden om mensen in vaste dienst te nemen sinds 1 juli. Voor sommige werknemers is dat een onaangename verrassing.
'Slechte wet'
Ruim de helft van de duizend leden van VAAN heeft de enquête ingevuld. Een ruime meerderheid (65 procent) ziet dat werkgevers terughoudend zijn om mensen in vaste dienst te nemen vanwege het nieuwe ontslagrecht. Als toelichting schrijven zij: "De beloofde versoepeling van het ontslagrecht is een farce", "Het is politieke bagger wetgeving van de bovenste plank. Gemiste kans","Slechte wet, flexibel is flexibeler geworden en vast nog vaster."
Als er al mensen vast worden aangenomen zijn het vooral de hoogopgeleiden, zegt 42 procent van de advocaten. Volgens Pieter van den Brink, oprichter van VAAN, leidt de wet tot een tweedeling op de arbeidsmarkt.
"De uitslag van de enquête laat heel duidelijk zien dat vooral hoogopgeleiden een vast contract krijgen. Een verklaring hiervoor is dat zij vaak in posities zitten met meer inwerktijd. Laagopgeleiden zijn makkelijker vervangbaar. Het resultaat is dat door deze wet een verdere tweedeling ontstaat tussen de hogere functies en de lagere functies", zegt Van den Brink.
Werkgevers kiezen bijvoorbeeld voor de 7+8+8-constructie om onder de transitievergoeding uit te komen.
Omzeilen transitievergoeding
Een van de veranderingen van de nieuwe wet is het verplicht betalen van een ontslagvergoeding aan tijdelijke werknemers die geen vast contract krijgen na 24 maanden, de zogeheten transitievergoeding.
Daar zitten veel werkgevers niet op te wachten, blijkt ook uit het onderzoek van Nieuwsuur. Bijna zeventig procent van de arbeidsrecht-advocaten geeft aan dat werkgevers constructies verzinnen om dat te omzeilen.
Dat ziet ook Pascal Besselink, arbeidsrecht-jurist bij DAS. "Sinds 1 juli zie je dat werkgevers kiezen voor andere constructies, bijvoorbeeld de 7+8+8-constructie. Hiermee geeft de werkgever eerst een contract van zeven maanden en dan nog twee contracten van acht maanden, waardoor de totale duur komt op 23 maanden. Hierdoor hoeven werkgevers geen transitievergoeding te betalen, want dat moet pas bij 24 maanden of langer."