Nederland heeft net als veel andere Europese landen te maken met een toegenomen aantal asielzoekers. Met een toegenomen instroom, is er ook een toegenomen uitstroom: de groep die niet mag blijven. Hoe gaat terugkeer van afgewezen asielzoekers in zijn werk en wat zijn de moeilijkheden?
Nieuwsuur spreekt met Rhodia Maas, directeur van de Dienst Terugkeer en Vertrek. En een gesprek met Ali Juma, een afgewezen asielzoeker uit Burundi. Hij is al negen jaar illegaal in Nederland.
Vrijwillig of gedwongen
Naar verwachting vragen er dit jaar zo'n 50.000 mensen asiel aan in Nederland. 12.500 van hen krijgen te horen dat ze niet mogen blijven. De Dienst Terugkeer en Vertrek moet afgewezen asielzoekers proberen het land uit te krijgen. Vrijwillig, of gedwongen.
"Het laten terugkeren van asielzoekers lukt in ongeveer de helft van de gevallen daadwerkelijk gecontroleerd, zoals wij dat noemen", zegt Rhodia Maas. "Van de 8000 zaken dit jaar zijn er 4000 vertrokken. Dat zijn 4000 mensen waarvan we zeker weten dat ze Nederland hebben verlaten."
Het gaat om 2500 mensen die Nederland vrijwillig hebben verlaten en 1500 mensen die gedwongen zijn vertrokken. Maas: "We zetten altijd in op het vrijwillige, zelfstandige vertrek, omdat dat uiteindelijk het beste is. Zowel voor de asielzoeker als voor de Nederlandse staat."
Afgewezen asielzoekers die vrijwillig terugkeren krijgen van Nederland een geldbedrag mee tussen de 200 en 2300 euro om een nieuwe start te maken in het land van herkomst.
Van 4000 mensen weten we niet waar ze naartoe zijn gegaan. Ze kunnen toch zelf zijn vertrokken of zijn ondergedoken in de illegaliteit.
Niet meewerken
"Als mensen niet willen terugkeren en niet beschikken over een paspoort of een identiteitsbewijs, wordt het voor ons als Dienst Terugkeer en Vertrek heel ingewikkeld", zegt Maas. "Omdat niet alle landen van herkomst meewerken aan de gedwongen terugkeer van hun onderdanen."
Van zo'n 25 landen is bekend dat er moeilijkheden zijn met het terugnemen van afgewezen migranten. "Een gedwongen terugkeer lukt dan dus vaak niet. Dan volgt er nog een grote investering in de asielzoeker in de hoop dat iemand alsnog de keuze maakt om zelfstandig te gaan."
Dit jaar is van ongeveer 4000 afgewezen asielzoekers onbekend waar ze gebleven zijn. "Die mensen kunnen Nederland uiteindelijk zelf hebben verlaten. Ze kunnen ook naar een ander Europees land zijn gegaan om daar asiel aan te vragen. Of ze duiken onder in de illegaliteit", zegt Maas.
Grote schok
Ali Juma kwam in 2006 als asielzoeker uit Burundi naar Nederland. "Voor mijn eigen veiligheid. In Burundi was ik in gevaar. Ik moest vluchten om mezelf te redden." Hij betaalde zo'n 3000 dollar aan mensensmokkelaars om het land uit te komen en kwam in Nederland terecht.
Zijn verzoek voor een verblijfsvergunning werd tot zijn teleurstelling afgewezen. "Ze geloofden niet dat ik uit Burundi kwam, ze geloofden mijn verhaal niet. Ze gaven me vervolgens 24 uur om het land te verlaten." Voor Juma betekende het een grote schok. "Ik dacht niet dat zoiets in een land als Nederland kon gebeuren."
'Kan niet terug'
Juma is sindsdien illegaal in Nederland en verbleef de afgelopen jaren op straat, bij hulporganisaties en in detentie. Waarom lukt het Nederland niet om hem terug te sturen? "De autoriteiten in Burundi hebben bewijs geleverd dat ik echt uit Burundi kom, maar ze willen me alleen terugnemen als ik zelf wil terugkeren."
Volgens Juma is het niet dat hij niet wil terugkeren, maar kan het simpelweg niet. "Als het in Burundi veilig voor me zou zijn, zou ik teruggaan. Maar dat is niet zo." Hij heeft nog steeds de hoop dat hij in Nederland mag blijven. "Ik geloof in een betere toekomst. Het kan elk moment gebeuren."