Radicalisering is niet alleen in Frankrijk een belangrijk thema. Uit Nederland zijn in totaal 220 jongeren naar Syrië vertrokken. In Nederland werkt men met een preventieve aanpak en probeert men tekenen van radicalisering te signaleren. Het zogenaamde 'Community Policing and Prevention of Radicalisation'. Hoe gaat dat in zijn werk?
Nieuwsuur gaat naar Amsterdam Nieuw-West en spreekt daar met bewoners, agenten en jongerenwerkers.
Preventieve aanpak
Omar Ramadan, directeur van bureau RadarAdvies, is nauw betrokken bij de aanpak van deradicalisering, niet alleen in Nederland, maar ook in Europa. "Nederland is vergevorderd in de preventieve aanpak. Dit houdt in dat wijkagenten, jongerenwerkers en docenten in de gaten houden of jongeren plotseling andere kleren dragen, extreme taal gebruiken of zich anders gaan gedragen."
Volgens hem ligt het succes van de aanpak in iemand aanspreken voordat diegene radicaliseert. “Plant zaadjes van twijfel door te vragen of stage of school niet een betere weg is dan de heilige oorlog."
Dweilen met kraan open
Volgens Ramadan doet Nederland het vergeleken met andere landen goed. "Er zijn andere landen, zoals Frankrijk, die tot voor kort niks deden aan preventie. Vooral in deze tijden is het lastig om te pleiten voor preventie omdat het nu makkelijker is om te zeggen dat repressie noodzakelijk is." Volgens Ramadan is het echter allebei nodig. "Alleen maar richten op repressie is dweilen met de kraan open."
Wij hebben niet de ambitie om alle jongeren te redden. Op sommige jongeren kunnen we geen grip krijgen.
Bijzonder duo
De Amsterdamse jongerenwerkers Said Bensellam en Lody van de Kamp van stichting Connect proberen ook het probleem bij de wortel aan te pakken. Dit bijzondere duo - een Marokkaan en een Jood - gaat langs scholen en gezinnen waar ernstige problematiek speelt. Het gaat dan bijvoorbeeld om discriminatie, uitsluiting, criminaliteit of kinderen die af willen reizen naar Syrië.
Hoewel de resultaten van een preventieve aanpak lastig te meten zijn, zijn de twee mannen zelf ervan overtuigd dat zij hebben kunnen voorkomen dat jongeren radicaliseren.
Van de Kamp: "Wij hebben niet de ambitie om alle jongeren te redden, want we weten dat er ook jongeren zijn waar wij geen grip op hebben, maar we hebben al hele groepen kunnen bereiken. Jongeren die weer in een gewoon schooltraject komen en een beter zelfbeeld krijgen. Daar gaat het ons om."
Wakker schudden
Bensellam en Van de Kamp werken nauw samen met de politie. Dat noemt chef wijkteam Nieuw-West Ben Nassir Bouayad het allerbelangrijkste om radicalisering tegen te gaan. "Wij hebben erg goed contact in de wijk. We spreken veel met jongerenwerkers, ondernemers, imams en bewoners."
Volgens Bouayad zijn ze zaterdag na de aanslag in Parijs meteen bij elkaar gekomen "Om met elkaar de dialoog aan te gaan en iedereen wakker te schudden. Om ervoor te zorgen dat we weer extra scherp letten op signalen van radicalisering.”