Het is voor elk museum een droom: een schenking krijgen die een compleet verhaal vertelt. Het overkwam het Singer Museum in Laren deze week.
Verzamelaar Renee Smithuis schonk haar collectie van tachtig werken met Hollands expressionisme. Daaronder zijn ruim dertig werken van de unieke Bergense School. Het museum gaat er zelfs een koerswijziging voor aan. "Je proeft de verf!"
Nieuwsuur bekijkt, samen met de schenker Renee Smithuis, de collectie in het depot van het Singer Museum.
Voor mij is de charme van de stroming de kracht en de vitaliteit. Het vernieuwende van toen spat er nog steeds vanaf!
"Het was mijn uitdrukkelijke wens om 'de absolute eenheid' van mijn verzameling intact te laten. Wat ik in veertig jaar heb opgebouwd wilde ik graag in zijn geheel schenken, want deze verzameling vertelt een verhaal."
Smithuis staat thuis tussen de laatste werken van de Bergense School die nog niet definitief naar het museum zijn gebracht. "Van deze schilderijen kon ik nog even geen afscheid nemen. Voor mij is de charme van de stroming de kracht en de vitaliteit. Het vernieuwende van toen spat er nog steeds vanaf!"
In tegenstelling tot het impressionisme - waarbij ieder detail zorgvuldig werd uitgewerkt - omarmt deze stroming het gevoel, dat juist met forse penseelstreken en grote contrasten op het doek werd gezet.
Het zijn brutale schilderijen in dikke penseelstreken met felle kleurcontrasten, en beslist geen nostalgische plaatjes.
'De Bergense school' is de eerste expressionistische kunststroming in Nederland en verwijst naar de woonplaats van de kunstenaars die zich rond 1910 min of meer toevallig in het Noord-Hollandse Bergen vestigden. Vanaf 1914 werkten kunstenaars als Piet van Wijngaerdt, Charley Toorop, Leo Gestel en Piet en Matthieu Wiegman er in een gemeenschappelijke stijl.
Ze schilderden portretten, landschappen, stillevens en reisimpressies in hoekige, krachtig vormen. De schilderijen lijken op het eerste gezicht donker maar hebben vaak contrastrijke kleuren. 'De Bergense School' was ultramodern en zeer succesvol.
Heftig bestaan
"Je proeft de verf!" Singerdirecteur Jan Rudolph De Lorm gebaart enthousiast naar de rekken vol met Bergense-Schoolschilderijen in het depot. De verzameling van Smithuis is net binnen. "Het zijn brutale schilderijen in dikke penseelstreken met felle kleurcontrasten, en beslist geen nostalgische plaatjes. De werken tonen juist het heftige bestaan. Ze zetten zich af tegen de vorige generatie, de impressionisten in Nederland."
Dat alles doorgaat is geweldig. Maar het afscheid van mijn collectie gaat met bloedend hart.
Het succesvolle Singer Museum, dat in de top twintig van best bezochte musea in Nederland staat, richt zich voornamelijk op het impressionisme met tentoonstellingen van kunstenaars als Jan Sluijters, Mauve en zelfs Toon Hermans. Maar met de recent verworven Smithuisverzameling is een koerswijziging onvermijdelijk.
Hiaat
De Lorme: "Singer wil de Nederlandse kunststromingen in kaart brengen. De eigen Singerverzameling is daarbij steeds het uitgangspunt. Met deze uitbreiding van onze collectie kunnen we een stap verder gaan. Het is een ongelooflijke buitenkans als een verzamelaar ons haar levenswerk schenkt, een totaaloverzicht van de eerste Hollandse expressionisten nog wel. Hiermee vullen we in een klap een hiaat in de collectie."
Een schenking als deze gaat niet van de ene op de andere dag. Er is jaren over gepraat. Bovendien is het emotioneel ingrijpend.
Smithuis: "Als schenker mag ik het museum natuurlijk niet sturen, maar wel mijn wensen uitspreken. Dat was dat Singer nu ook Hollands expressionisme gaat tonen. Geëmotioneerd zegt ze: "Dat alles doorgaat is geweldig. Maar het afscheid van mijn collectie gaat met bloedend hart."