De Nederlandse bevolking blijft krimpen. Daardoor daalt het aantal leerlingen dat naar de basisschool gaat fors. Minder leerlingen betekent dat er minder leerkrachten nodig zijn. De kansen voor jonge leerkrachten op de arbeidsmarkt zijn daardoor gering.
Het aantal leerlingen in het primair onderwijs, basisscholen en speciale scholen, is de afgelopen jaren al sterk gedaald. Die krimp zet de komende jaren door, met zo’n drie procent. In 2018 zijn er naar verwachting zo'n 1,5 miljoen leerlingen in het primair onderwijs. Dat blijkt uit onderzoek van het Arbeidsmarktplatform PO.
Je krijgt een soort verstopping. Mensen die het laatst binnen zijn gekomen, gaan het eerst weg. Het lerarenteam veroudert daardoor.
Grote regionale verschillen
De regionale verschillen zijn enorm. In Utrecht en de regio Haaglanden is nog een lichte stijging van het aantal leerlingen te zien. Maar die twee regio’s zijn een uitzondering. In Groningen, Limburg en de Achterhoek daalt het aantal leerlingen het hardst.
Achterhoek
In de Achterhoek is het leerlingaantal fors afgenomen. De baankansen voor jonge leerkrachten in de regio zijn daardoor gering. "Als we naar de prognoses voor honderd scholen kijken, zijn er zo'n zevenhonderd leerlingen minder per jaar. Dat betekent dat er over vier jaar zo’n 180 fulltime banen op de tocht staan", zegt Fred Ruijling, projectleider van PON Primair, een samenwerkingsverband van scholen in de Achterhoek.
"De kwaliteit van het onderwijs staat door de krimp zwaar onder druk. Kleinere klassen, het team wordt kleiner. Terwijl we weten dat nieuwe ontwikkelingen en ideeën vaak van jonge leerkrachten afkomen", zegt Ruijling.
Ik zou zeggen maak de opleiding af. Vanaf 2016 staan we te springen om jullie.
Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs heeft vorig jaar 150 miljoen euro extra vrijgemaakt voor het aannemen van jonge docenten. In een Kamerbrief eind vorig jaar moest hij toegeven dat hij niet weet of die 3000 banen voor startende docenten er ook zijn gekomen. Volgens Dekker zijn de jonge leerkrachten vanaf 2016 weer hard nodig, want dan ontstaat er een tekort.
In de Achterhoek is er verbazing over de uitspraak van Dekker. "Tot 2025 hebben wij helemaal geen ruimte om leerkrachten aan te nemen", zegt Ruijling. "We moeten allerlei slimme oplossingen bedenken om überhaupt nog leraren aan te nemen."
PON Primair heeft geld beschikbaar gesteld om jonge docenten aan het werk te krijgen. Een van de projecten is om oudere leerkrachten te stimuleren wat anders te gaan doen. Hierdoor hebben ze twintig fulltime banen kunnen creëren voor jonge leerkrachten.
Een van hen is de 27-jarige Bart Staijen. Hij staat nu vier dagen in de week voor groep 6/7 van basisschool de Plakkenberg in Silvolde. "Had je dat vorige jaar gezegd dat ik vier dagen een eigen klas zou hebben, had ik je niet geloofd. Dat was onmogelijk in deze krimpregio."
Wat mij grote zorgen baart is dat we een generatie leraren aan het verliezen zijn voor het onderwijs.
Regierol door ministerie
Het arbeidsmarktplatform heeft ook een aantal projecten om de jonge leerkrachten aan een baan te helpen. Omdat er nog wel werk is in grote steden worden leerkrachten uit krimpgebieden gestimuleerd om elders aan de slag te gaan.
Toch gebeurt er volgens Ruijling te weinig. Het ministerie zou meer een regierol moeten spelen om jonge leerkrachten aan een baan te helpen.
"We moeten op een of andere manier werkgelegenheid creëren voor jonge mensen. Het baart mij grote zorgen dat we een generatie leraren aan het verliezen zijn voor het onderwijs. Zonder banen raken jonge docenten gedemotiveerd en haken af."