Kameraden prijzen Suurbier: 'Wim was snel met zijn benen én met zijn mond'
"Wim was heel snel met zijn benen én met zijn mond, maar had een hart van goud."
In één zin omschrijft oud-voetballer Ruud Krol de zondag op 75-jarige leeftijd overleden Wim Suurbier. Zijn kameraden van nu en ploeggenoten van toen hebben warme woorden voor de voetballer en de mens Suurbier.
"Hij was een geweldige rechtsback. Ondergewaardeerd door heel veel mensen, denk ik, maar van wereldklasse. De eerste moderne, opkomende rechtsback in Nederland", vertelt Krol (71) over de telefoon vanuit Spanje.
Trein op de rechterflank
"Hij speelde soms wedstrijden... Dan liep ik van buiten naar binnen, sprintte hij op rechts als een trein over mij heen en gaf ik de bal mee. Weg was-ie", zegt Sjaak Swart (82), die tien seizoenen met Suurbier samenspeelde en met de vleugelverdediger een tandem vormde op de rechterflank. "Samen speelden we heel veel verdedigingen gek."
Voormalig Ajax-doelman Heinz Stuy (75) had Suurbier jarenlang voor zich staan in de defensie, zoals in de drie gewonnen Europa Cup-finales. "Hij was een uitstekende mandekker. Rinus Michels zei eens dat hij de uitblinker van de tegenpartij kort moest dekken. 'Als-ie moet pissen, ga je met 'm mee', zei Michels. Dat deed Suurbier dan ook."
Allen prijzen ook diens karakter. "Wimpie was echt...", zoekt Bennie Muller (81), die naar eigen zeggen honderden wedstrijden met Suurbier speelde, naar de juiste woorden. "Ik vond 'm gewoon echt een heel fijne jongen."
Kroketje halen
Swart: "Wim was een heel sociaal mens. 's Middags na de trainingen gingen we met zo'n acht man, allemaal Amsterdammers, naar Van Dobben. Broodje kroket halen. Het was lachen én presteren. Hij was mijn vriend en collega. Als ik jarig was, was het eerste kaartje dat ik kreeg van Wim."
Stuy heeft nog wel een anekdote: "We speelden een keer uit tegen AC Milan, verbleven we in de bergen. Na het eten maakten we nog een wandeling. Zei Wim: 'Ik moet zo nodig... Heinz, ga jij effe een stuk papier zoeken in de bossen.'"
"Zag ik hem daarna ineens tegen een gebouw aan staan, een wit gebouw. Nou, daar lag een hoop... Dat wil je niet weten. En 's avonds werd daar een disco-avond gehouden. Alle mensen die binnenkwamen, keken naar die hoop."
Krol was naast Suurbiers evenknie op de linkerflank ook diens grote vriend buiten het veld. Zij waren niet alleen een ijzersterk verdedigingsduo, maar deelden ook het gevoel voor humor. Al snel stonden ze te boek als het duo Snabbel en Babbel.
"Het was altijd lachen, gieren, brullen", zegt Krol. "Als ik eens in Amsterdam was, aten we met vrienden. Leuk, gezellig. Ja, dan zijn Snabbel en Babbel wel weer even terug. Begin maart, toen ik weer in Nederland was, hebben we nog even samen gegeten."
Het is triest, maar de vele mooie herinneringen blijven in mijn hart bewaard.
Onlangs nog, toen Nederland net in de greep was van het coronavirus en een paar weken voordat hij eind april met een hersenbloeding op de intensive care zou belanden, belde Suurbier al zijn maten van vroeger nog eens op. Om bij te kletsen in deze roerige tijden.
"Hij belde zomaar uit het niets, toen we allemaal binnen moesten blijven. Ja, zo was Wim", aldus Swart. "Zo jammer, we zijn er weer een kwijt. De laatste tijd had ik haast elke dag contact met zijn ex-vrouw Maja. Niet zo lang geleden werd Wim overgeplaatst vanuit het ziekenhuis, toen zagen we het einde komen."
Muller: "Sjakie belde mij gisteren op. Ik wist dat Wim er slecht bij lag, maar toen ik het hoorde was mijn hele avond weg... Ik ben meteen naar bed gegaan ook."
Krol: "Toen ik het hoorde, was het natuurlijk heel moeilijk te begrijpen. Maar zo is het leven nu eenmaal. Je moet geluk hebben en Wim heeft dat de laatste tijd jammer genoeg niet gehad met zijn ziekte. Het is triest, maar de vele mooie herinneringen blijven in mijn hart bewaard."