Zes doden in Pakistan bij protestmars tegen vasthouden oud-premier Khan
In Pakistan zijn bij protesten tegen de gevangenhouding van oud-premier Imran Khan zeker zes doden gevallen, onder wie vier leden van oproertroepen. Ook zijn er veel gewonden gevallen, onder wie een cameraman van persbureau AP die door Khan-aanhangers werd gemolesteerd.
De oud-premier en oud-cricketspeler zit al meer dan een jaar in de gevangenis, onder meer voor het lekken van staatsgeheimen. Voor meer dan 150 andere zaken dreigt hij ook vervolgd te worden. Volgens zijn aanhangers en hijzelf is hij onschuldig en proberen zijn politieke tegenstanders hem monddood te maken. Sinds zondag wordt er al tegen zijn detentie geprotesteerd en het aftreden van de regering geëist.
In Islamabad zijn duizenden militairen en agenten op de been, onder meer op een plein in de buurt waar de Belarussische president Loeksjenko logeert. De Khan-aanhangers richten vernielingen aan en rukken daar langzaam op naar het plein in een stoet die geleid wordt door Khans vrouw Bushra Bibi.
Containers
Aanhangers van de oud-premier braken door een barricade van containers, waarna de politie het vuur opende. Het is onduidelijk of gericht is geschoten of dat het alleen traangasgranaten waren.
Een van de deelnemers zegt dat hij meedoet omdat Khan daartoe heeft opgeroepen. "We blijven hier tot Khan bij ons is. Hij beslist hoe het verdergaat. Als ze nog een keer schieten, wordt de kogel beantwoord met een kogel."
De 72-jarige Khan was premier van Pakistan tussen 2018 en 2022. Na een motie van wantrouwen werd hij afgezet. Sinds zijn noodgedwongen vertrek is hij meermaals veroordeeld, voor zaken als corruptie en het lekken van staatsgeheimen. Zelf zegt hij dat hij onschuldig is en hij spreekt van een politieke afrekening.