Haarlems museum heeft steeds meer last van optrekkend vocht
Het ondergrondse Archeologisch Museum in Haarlem maakt zich grote zorgen over het voortbestaan van de eeuwenoude collectie. Het museum kampt met vocht en schimmelvorming en heeft de helft van de collectie noodgedwongen verhuisd.
"Sinds 2018 is er een vochtprobleem in het museum. En het wordt steeds erger door het vele regenwater en de verhoogde grondwaterstand", zegt directeur en stadsarcheoloog Anja van Zalinge bij NH.
Het Archeologisch Museum zit sinds 1991 in een oude kelder aan de Grote Markt in Haarlem. Op zich een mooie plek in hartje stad. Maar het interieur gaat hard achteruit. Dat komt deels door ouderdom, maar vooral door de hoge luchtvochtigheid, stelt Van Zalinge. Het vocht trekt vanuit de grond op en drukt vloertegels omhoog. Muurverf bladdert af, leidingen worden aangetast en op een replica van een oude schoen staat schimmel.
Noodgedwongen heeft Van Zalinge al de helft van de collectie moeten verhuizen naar het depot, elders in Haarlem.
Het aardewerk kan blijven omdat het goed tegen vocht kan, de rest van de collectie is in gevaar. "Denk aan botmateriaal, leer, metaal. Onze topstukken, zoals de houten vogelkooi en de middeleeuwse klomp, moesten weg. Het gaat om unieke landelijke vondsten, uit de Haarlemse grond. Bezoekers kunnen ze voorlopig niet meer zien", aldus de stadsarcheoloog. "In het depot kan dat namelijk niet. Het is heel jammer."
Vorige maand moest het museum een week dicht omdat de stadsarcheoloog en haar collega's de vondsten moesten onderzoeken op aantasting door vocht. "Ik ga nu ook geen nieuwe tentoonstellingen meer inrichten. Dus het wordt allemaal veel minder interessant."
Het was altijd al "een beetje vochtig" in het museum. Maar tot voor een paar jaar was daarmee te leven omdat de kelder beschikte over drainage en een pomp. Inmiddels kunnen ook die de boel niet meer drooghouden.
Grondwater
Volgens de stadsarcheoloog verhoogde het hoogheemraadschap het grondwaterpeil en doet de vele regen van de afgelopen maanden de rest. "Iedereen wil tegenwoordig in de grond bouwen, alle grote bouwprojecten. Het grondwater wordt weggeduwd. De buren krijgen dan wateroverlast. Iedereen in de binnenstad heeft er last van. De winkels, het stadhuis, de kerk."
Niet alleen de collectie in het Archeologisch Museum lijdt eronder. "De lichten van de vitrines vallen regelmatig uit. Deuren sluiten niet goed. Hetzelfde geldt voor de ramen van de vitrines", zegt een van de vrijwilligsters die in het museum werkt. "Het wordt echt een beetje aftandse oude boel."
Van Zalinge heeft het probleem meermalen aangekaart bij de gemeente Haarlem. "Ik vertrouw erop dat ze het goed gaan onderzoeken. Als je vastgoed hebt, moet je er ook goed voor zorgen", stelt Van Zalinge, die vreest straks directeur te zijn van "het natste museum onder de grond".
"De vochtproblemen hebben al een tijd de aandacht van het college", reageert de Haarlemse wethouder Eva de Raadt (CDA). Volgens haar zijn de problemen 'helaas' niet voor lange tijd én eenvoudig op te lossen. "Op termijn betekent het dat we waarschijnlijk op zoek moeten naar een andere locatie", aldus de wethouder.
Gemengde gevoelens
De stadsarcheoloog heeft gemengde gevoelens bij een eventuele verhuizing, "Er is geen betere plek voor dit museum", zegt ze. De Grote Markt in Haarlem geniet tot ver over de landsgrenzen bekendheid. "We zoeken een soortgelijke plek, maar waar? Zeg het maar."
Als om haar redenering te onderstrepen komen een paar Italiaanse toeristen de nog overgebleven vondsten bekijken. Gemiddeld komen er zo'n 20.000 bezoekers per jaar.
Een lichtpuntje is volgens de stadsarcheoloog dat de schimmels niet slecht zijn voor de gezondheid. "Maar de motivatie om te werken wordt wel wat minder. Soms vraag ik me af waarom de gemeente Haarlem ons hier laat werken in deze ouwe zooi", zegt de vrijwilligster. "Ik kan er wel mee stoppen, maar dat wil ik liever niet."