Onderzoek Lelylijn op de lange baan geschoven
Het kabinet gaat voorlopig geen onderzoek doen naar de aanleg van de Lelylijn. Ook de plannen voor de Nedersaksenlijn gaan in de ijskast.
Dat hebben bestuurders van de drie noordelijke provincies gisteravond te horen gekregen op het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. "Er is geen overeenstemming en daar zijn we teleurgesteld en verbaasd over", zegt de Groningse commissaris van de Koning René Paas bij RTV Noord.
Groningen, Friesland en Drenthe ijveren al meer dan zestig jaar voor de aanleg van de Lelylijn, een spoorverbinding die Lelystad via Emmeloord en Drachten met Groningen moet verbinden. Ook bepleiten ze de aanleg van de Nedersaksenlijn, tussen Groningen en Enschede via Emmen.
Aanvankelijk leek het huidige kabinet de plannen voor de nieuwe spoorlijnen te omarmen, zegt Paas. "Het komt terug in de verkiezingsprogramma's van de partijen, het staat in het hoofdlijnenakkoord, in het regeerprogramma en er werd zelfs over gesproken in de Troonrede."
Toch zien de verantwoordelijke bewindslieden nu af van een zogenoemd vooronderzoek. Dat bleek gisteravond op het gesprek tussen de provinciale bestuurders en staatsecretaris Jansen, minister Madlener en vicepremier Keijzer.
"Onbegrijpelijk. Misschien heeft het kabinet koudwatervrees", zegt Paas. "Het kabinet kan en wil het besluit nu niet nemen. Er is tijd nodig. We hebben geen scherp antwoord gekregen op de vraag wat er in die tussentijd gaat gebeuren." Volgens Paas liggen beide projecten nu helemaal stil, want het vooronderzoek is nodig om verder te komen.
Ministerie: onvoldoende zicht op financiering
Een woordvoerder van het ministerie zegt dat het kabinet bij dit soort projecten de regel hanteert dat er zicht moet zijn op tenminste 75 procent van de financiering, voordat de volgende stap wordt gezet. Dat is er op dit moment niet. Het kabinet-Schoof heeft in het hoofdlijnenakkoord en het regeerakkoord ook geen extra geld uitgetrokken voor de spoorlijnen.
Voor het einde van het jaar volgt er nog een gesprek tussen het kabinet en de provinciebestuurders over eventuele vervolgstappen, zegt de woordvoerder.
In september meldde het ministerie dat de Lelylijn fors duurder zou worden dan gepland. Voor de aanleg van wat de 'favoriete variant' wordt genoemd, zou bijna 14 miljard euro nodig zijn. Er is tot nu toe niet meer dan 3 miljard euro vrijgemaakt. De Nedersaksenlijn wordt begroot op 1,7 miljard euro.
Maar volgens Paas is geld niet de reden dat de vooronderzoeken nu worden afgeblazen. "Ach welnee. Deze onderzoeken kosten enkele tientallen miljoenen", stelt de commissaris. "Dat zijn de afrondingsmarges van het Rijk. Daar gaat dit niet om. We vragen geen miljarden maar miljoenen voor verder onderzoek naar beide spoorlijnen, maar misschien is het kabinet bang dat ze dan definitief vastzitten aan de aanleg ervan? Wij blijven met een groot vraagteken achter, maar we blijven in gesprek."
Bidbook
Juist deze week bood de Stichting Nedersaksenlijn, een samenwerkingsverband van gemeenten, provincies en bedrijfsleven, een nieuw bidbook aan in de Tweede Kamer. Daarin staat dat de Nedersaksenlijn weliswaar 1,7 miljard euro kost, maar het driedubbele zou kunnen opbrengen. De stichting wijst erop dat de nieuwe spoorlijn zou kunnen leiden tot nieuwe investeringen van zo'n 1,7 miljard euro in werk, scholen, woningbouw en andere infrastructuur in de regio.
"Bovendien krijgt de rijksoverheid zo'n 4,7 miljard euro aan belastingen terug als alle plannen van de bouw van 50.000 woningen en bedrijven rondom de Nedersaksenlijn doorgaan", rekent stichtingsvoorzitter Melle Mulder voor bij RTV Drenthe.