Wachttijden ggz niet goed vastgelegd, zeggen onderzoekers
Een oplossing voor de lange wachttijden in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) lijkt nog ingewikkelder dan gedacht. Want hoelang patiënten daadwerkelijk moeten wachten of wat de wachttijden per instelling of zorgregio zijn, is niet goed vastgelegd.
Dit blijkt uit nog ongepubliceerd onderzoek van gezondheidseconomen van de Vrije Universiteit, in opdracht van zorgverzekeraar VGZ. De helft van de zorgaanbieders in de ggz maakt volgens de onderzoekers fouten bij het aanleveren van informatie over de wachttijden bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
Het ging in de periode juni 2023 tot en met juli 2024 op verschillende manieren mis, waardoor wachtlijsten van zorginstellingen sterk werden vertekend en wachttijden langer of korter leken dan ze in werkelijkheid waren.
In sommige gevallen vulde een zorgaanbieder het NZa-formulier verkeerd in, zodat het totaal aantal wachtenden vermenigvuldigd werd met het aantal type ziektebeelden die de instelling kan behandelen. Bij 100 echte patiënten en 16 ziektebeelden lijkt het dan of er 1600 patiënten op de wachtlijst stonden.
Ook leverden zorgaanbieders wachttijden van patiënten met aandoeningen waarvoor die zorgaanbieders niet eens behandelingen beschikbaar hadden.
Xander Koolman, hoogleraar gezondheidseconomie en leider van het onderzoek, kan niet beoordelen of er zorgaanbieders zijn die bewust wachtlijsten groter maken om zorgverzekeraars onder druk te zetten om meer zorg in te kopen.
"Ik schrijf het meer toe aan gebrek aan aandacht en zorgvuldigheid. Je ziet toch dat veel getallen worden geknipt en geplakt."
Een woordvoerder van brancheorganisatie de Nederlandse GGZ zegt de bevindingen van het onderzoek serieus te nemen, maar wijst erop dat de branche ervaart dat het informatieportal niet altijd goed functioneert. En gezien de lange wachttijden "geven zorgaanbieders nu prioriteit aan het verlenen van zorg".
Koolman benadrukt dat de lange wachttijden een wezenlijk deel van de patiënten treffen. "Maar omdat veel van de data niet kloppen, weten we niet goed hoelang de wachtlijsten precies zijn. Of wat het verschil is tussen de wachtlijsten van verschillende instellingen of zorgregio's."
Frustratie bij zorgverzekeraars
En dat gebrek aan inzicht frustreert een goede inkoop van zorg, vertelt Marjo Vissers, bestuursvoorzitter van VGZ. "Het gevaar bestaat dat je in een regio bijvoorbeeld extra behandelingen voor eetstoornissen probeert in te kopen terwijl dat helemaal niet het probleem is. En in een andere regio moeten mensen misschien veel te lang wachten op dat soort capaciteit."
Daarnaast zijn zorgverzekeraars op een ander vlak beducht voor de dataset waarmee de NZa de wachttijden meet. Met deze informatie toetst de toezichthouder immers ook of zorgverzekeraars voldoen aan hun wettelijke zorgplicht door genoeg zorg in te kopen.
Tot voor kort was de NZa niet al te streng op dit vlak, maar dat is aan het veranderen. In maart kregen Zilveren Kruis en VGZ een formele waarschuwing voor het verwaarlozen van de zorgplicht. CZ en Menzis kregen zelfs een aanwijzing (strafmaatregel) opgelegd. Dat was voor het eerst in de geschiedenis van de NZa.
Ook wordt door patiënten en zorgverleners uit de ggz een rechtszaak voorbereid omdat zij vinden dat de zorgplicht niet goed wordt vervuld. Zorgverzekeraars vrezen voor het gebruik van de data van de NZa in een dergelijke zaak. Want dan zou het om bijna 100.000 wachtenden gaan.
"Wij voelen ons verantwoordelijk voor de wachtlijsten", zegt VGZ-bestuursvoorzitter Vissers. "Maar dan graag wel gebaseerd op goede data."
Perverse prikkel
Koolman wijst op een volgens hem ander, maar fundamenteler probleem. "Onze conclusie is dat zelfs als alle data goed zijn ingevuld, de opzet van de dataset ongeschikt is om te controleren of een zorgverzekeraar voldoet aan de zorgplicht."
Omdat de wachttijden per regio worden geregistreerd en niet per zorgverzekeraar is het onmogelijk voor de NZa om onderscheid te maken tussen het inkoopgedrag van zorgverzekeraars. Wat volgens Koolman tot een perverse prikkel kan leiden: "Een verzekeraar met de minst ingekochte capaciteit wordt er niet uitgepikt maar heeft wel financieel voordeel. Het is goed als de NZa strakker gaat handhaven, maar ze moeten dan wel kritisch naar deze informatiebron gaan kijken."