Onderzoek naar slavernijverleden private bank InsingerGilissen
Er komt toch onderzoek naar het slavernijverleden van de private bank InsingerGilissen. In 2020 werd al een verkenning gehouden door het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG), maar dat kreeg vooralsnog geen vervolg. Tot nu, want de bank ondersteunt een promotieonderzoek dat zich richt op de ontwikkeling van het zakenimperium van de familie Insinger.
De firma Insinger & Co was een van de meest succesvolle en winstgevende bedrijven in de slavernijsector van Nederland. "Uit de archiefstukken blijkt dat de firma Insinger & Co. een actieve rol heeft gespeeld in het Nederlandse slavernijverleden, onder meer door de handel in koloniale goederen en investeringen en het beheer van plantages", zo laat de bank weten.
"We betreuren de rol die de firma Insinger & Co. als handelshuis vervulde in een economie die toen mede gebaseerd was op kolonialisme en slavernij en vinden het belangrijk dat er een helder beeld is van dit deel van de geschiedenis. "
Profijt van slavernij
Tegenwoordig zijn de private bank InsingerGilissen, de Insinger Stichting en familieleden die de naam Insinger dragen op papier niet meer met elkaar verbonden. De stichting deed al eerder onderzoek naar de herkomst van het geld waarmee de stichting is opgericht, en concludeerde dat de stichting niet had kunnen bestaan zonder het profijt van de slavernij.
Toen de slavernij in 1863 werd afgeschaft, ontving de firma Insinger & Co omgerekend meer dan 4 miljoen euro voor de uitkoop van ruim 1200 tot slaaf gemaakten van de Nederlandse overheid.
Ook na de afschaffing van de slavernij bleef de firma investeren in de slavernij-economie. Het bedrijf investeerde in plantages, beheerde die en verdiende geld met de handel in bijvoorbeeld koffie, thee, suiker en cacao.
Leerstoel
Het onderzoek wordt uitgevoerd door het IISG en ondergebracht bij de leerstoel Global Histories of Labour and Colonialism aan de Radboud Universiteit. "Dat de voorloper van deze bank veel te maken heeft gehad met slavernij, dat weten we, dat staat vast. Nu is het interessant uit te zoeken wat dat voor effect heeft gehad op de mensen die het betrof", vertelt onderzoeker Matthias van Rossum, die het onderzoek zal begeleiden.
"Hoe leefden de mensen en hoe werkten ze, rondom die koloniale werkplekken. Daar zijn veel vragen die wetenschappelijk veel aandacht verdienen. Daar is nu maatschappelijk behoefte aan, om te kijken naar de menselijke impact."