Razzia in Putten van tachtig jaar geleden herdacht: 'Nog steeds tranen'
Zo'n duizend mensen hebben in de Oude Kerk van Putten de razzia van begin oktober 1944 herdacht. Na de herdenkingsdienst liepen enkele duizenden mensen mee in een stille tocht door het Gelderse dorp. Daar werden in de Tweede Wereldoorlog ruim 650 burgers door de Duitse bezetters afgevoerd naar concentratiekampen.
"Bijna iedere Puttenaar heeft wel familie die toen is weggevoerd", zegt Gert van Dompseler van Stichting Oktober 44. Voor hem zijn het de drie broers van zijn opa, vertelt hij tegen een NOS-verslaggever. Zelfs tachtig jaar later zijn de wonden in het dorp nog niet geheeld. "Er zijn nog steeds mensen die niet kunnen slapen als deze dag eraan komt. Nog steeds zijn er tranen."
Koning Willem-Alexander was aanwezig bij de herdenking:
De koning sprak met vier nabestaanden en liep daarna langs 659 kinderen. Zij symboliseerden het aantal jongens en mannen dat door de Duitsers op 1 en 2 oktober 1944 is weggevoerd.
De razzia was een wraakactie door het Duitse leger. Het Puttense verzet had de nacht ervoor een auto van de Wehrmacht beschoten. Op 1 oktober moesten alle dorpelingen zich melden op een plein. De vrouwen en kinderen werd van de mannen gescheiden.
De eerste groep werd vrijgelaten, maar de mannen werden weggevoerd. Ook werden ruim honderd huizen in de plaats in brand gestoken door Duitse militairen.
De jaarlijkse herdenking in Putten is steevast drukbezocht. De ceremonie werd vandaag traditiegetrouw afgesloten bij "De treurende weduwe", het monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers dat in 1949 door koningin Juliana is onthuld.