Zon en wind voor het eerst belangrijkste bron van elektriciteit
Voor het eerst is meer dan de helft van de Nederlandse elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare bronnen. In de eerste helft van het jaar was 53 procent van de elektriciteitsproductie duurzame energie, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Eerder dit jaar werd al duidelijk dat binnen de EU deze mijlpaal werd bereikt en nu is er meer bekend over de Nederlandse stroomproductie. Er zijn meer windmolenparken op zee aangelegd en ook op land kwamen er molens bij, vooral in Flevoland. Verouderde kleinere molens zijn vervangen door grotere exemplaren met meer vermogen.
Ook de hoeveelheid zonne-energie nam toe, hoewel de zon iets minder scheen dan normaal. Doordat er meer zonnepanelen zijn aangelegd nam de elektriciteitsproductie toch toe.
Minder dan 10 procent van de elektriciteit uit hernieuwbare bronnen wordt opgewekt met biomassa.
Duurdere kolen
De opwekking van stroom uit fossiele bronnen neemt af, omdat het vaak duurder is dan het opwekken van stroom uit hernieuwbare bronnen. De elektriciteitsproductie uit kolen daalde met bijna 40 procent.
Ook de productie van elektriciteit uit aardgas daalt, maar is met een aandeel van 35 procent nog altijd een belangrijk onderdeel van de totale productie.
Het elektriciteitsverbruik steeg het afgelopen half jaar met 5 procent. Daarmee ligt het verbruik iets onder het niveau van voor corona.
Totale energieverbruik
Het doel van het kabinet is om de hoeveelheid duurzame energie verder te laten stijgen. In 2030 moet 70 procent van de elektriciteit uit duurzame bronnen komen.
Elektriciteitsproductie is een klein deel van het totale energieverbruik, waarin bijvoorbeeld ook autobrandstoffen en het stoken van aardgas worden meegenomen. In 2023 was 17 procent van alle energie duurzaam. Recentere cijfers zijn niet bekend.