Nederland kan als handelsland veel last krijgen van vergrijzing in andere EU-landen
Nederland moet zich beter voorbereiden op een vergrijzende Europese Unie. Dat stelt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, de WRR, in een nieuw rapport. Nederland zelf is relatief goed voorbereid op de aankomende vergrijzing, maar andere EU-landen minder en dat kan ook hier slechte gevolgen hebben.
De WRR geeft de regering en het parlement onafhankelijk advies over ontwikkelingen die de samenleving op lange termijn kunnen beïnvloeden. Door de vergrijzing zijn er de komende tijd steeds meer ouderen ten opzichte van jongere mensen. Grofweg heb je nu nog één gepensioneerde tegenover drie werkenden en dat gaat richting twee gepensioneerden tegenover drie werkenden.
Hier grote pensioenspaarpotten
Nederland heeft zelf een heel goed pensioenstelsel, waardoor we die vergrijzing relatief goed aankunnen, ziet de WRR. De meeste werknemers zitten namelijk bij een pensioenfonds dat jarenlang geld spaart en belegt voor een pensioen later. Daardoor heeft Nederland veel grotere pensioenspaarpotten dan bijna alle andere EU-landen. In totaal hebben pensioenfondsen nu zo'n 1687 miljard euro aan belegd vermogen. Dat is meer dan 93.000 euro per inwoner.
In andere EU-landen worden pensioenen vaak alleen uit de begroting betaald. De huidige werkende betaalt dan dus voor de huidige gepensioneerde, zoals hier ook met de AOW-uitkering gebeurt.
Hoge pensioenuitgaven
Die minder goed gefinancierde pensioenen in het buitenland kunnen straks allerlei economische problemen veroorzaken, waarschuwt de WRR. Omdat er dan steeds meer uitgegeven moet worden aan pensioenen. "De lasten lopen daar dan heel erg op. En dat kan leiden tot hogere staatsschulden", zegt WRR-onderzoeker Gijsbert Werner.
"Ook kan de inflatie oplopen. Dat is allemaal slecht voor Nederland, omdat we als handelsland nauw verbonden zijn. We hebben een interne EU-markt en met veel landen een gemeenschappelijke munt."
Het belangrijkste advies van de WRR is dat het kabinet in Europese onderhandelingen een punt maakt van meer en langer werken. "Zorgen dat mensen actief kunnen blijven op de arbeidsmarkt tot op hogere leeftijd. Dat moet echt een speerpunt van de EU worden."
Omscholingspunten
Daarbij kunnen landen ook van elkaar leren, vindt Werner. "We hebben nu bijvoorbeeld in Nederland discussie over vroegpensioen voor zware beroepen. In Frankrijk hebben ze al een interessant systeem voor zware beroepen. Daar krijg je een soort punten voor zwaar werk: veel tillen, nachtwerk, en dergelijke. En die punten kun je inzetten voor bijvoorbeeld omscholing tot lichter werk of arbeidstijdverkorting." Volgens hem moeten landen sowieso veel meer inzetten op het omscholen van oudere werknemers, zodat die langer kunnen blijven werken.
Ook adviseert de WRR om de handels- en investeringsbanden aan te halen met nog relatief jonge landen buiten Europa. Want dat kan helpen de impact van de Europese vergrijzing te dempen.
De WRR denkt verder dat het eigenlijk te laat is om in andere landen een pensioenspaarsysteem in te voeren, zoals in Nederland. "Die spaarpotten zijn in Nederland over een periode van tientallen jaren aangelegd. Dat lukt in andere landen niet meer voordat de vergrijzing daar echt op stoom begint te komen", aldus Werner.