Het Nederlands Forensisch Instituut beheert de DNA-databank voor Strafzaken
NOS Nieuws

Meer dan 400.000 personen opgenomen in DNA-databank voor strafzaken

In de DNA-databank voor strafzaken zijn in de afgelopen dertig jaar meer dan 400.000 mensen opgenomen. Die grens werd deze zomer bereikt, meldt het Nederlands Forensisch Instituut (NFI).

In de databank worden de DNA-sporen van verdachten, veroordeelden en overleden slachtoffers opgenomen. Er wordt geen fysiek DNA bewaard, maar een DNA-profiel, dat bestaat uit cijfers die uniek zijn voor elk persoon.

Van alle sporen die door de politie zijn veiliggesteld voor een strafrechtelijk onderzoek levert 62 procent nu een match op met een persoon in de databank, aldus het NFI. Het gaat om zo'n 200 tot 400 matches per dag.

Aanvullend onderzoek

"Soms heb je in een politieonderzoek een spoor waarvan je niet weet van wie het is", zegt hoofd van de DNA-databank Nico van der Geest. "Als je het DNA-profiel van dat spoor opneemt in de databank en vergelijkt met andere sporen en personen, dan vind je misschien een overeenkomst in DNA, een match."

Een match wijst niet gelijk uit of iemand de dader van een misdrijf is. "Het is alleen een aanwijzing, er is altijd nog aanvullend politieonderzoek nodig", zegt Van der Geest.

Eerste persoon opgenomen in 1997

Dertig jaar geleden, in 1994, trad de eerste Nederlandse DNA-wet in werking. In maart 1997 werden vervolgens de allereerste sporen opgenomen in de databank. Die waren afkomstig uit een zaak uit 1992 met een dodelijke afloop. In hetzelfde jaar werd ook voor het eerst het DNA-profiel van een persoon vastgelegd in de databank. Het ging om een verdachte in een ernstige zedenzaak.

De wet schreef toen voor dat alleen het DNA van verdachten van delicten waar een gevangenisstraf van acht jaar op stond werd vastgelegd. Die grens is verlaagd. Inmiddels worden de sporen opgenomen van verdachten van misdrijven waar een gevangenisstraf van minimaal vier jaar op staat.

Wanneer iemand niet langer verdacht wordt van een misdrijf of is vrijgesproken, geeft het Openbaar Ministerie dat door aan de DNA-databank. Daarna worden het DNA-profiel en bijbehorende gegevens uit de databank verwijderd. Ook het celmateriaal wordt vernietigd.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl