Zorgen over bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking
Het kabinet bezuinigt de komende jaren flink op ontwikkelingssamenwerking. Dit hadden de regeringspartijen al aangekondigd in het hoofdlijnenakkoord. Organisaties voor ontwikkelingssamenwerking vrezen vergaande gevolgen.
Komend jaar wil het kabinet bijna 300 miljoen euro bezuinigen op de begroting, en dit loopt snel op: 500 miljoen euro in 2026 en de jaren daarna is het plan om steeds zo'n 2,4 miljard euro te bezuinigen. Bij die laatste bezuiniging geldt wel dat er een maximum komt voor de financiering van de opvang van vluchtelingen in Nederland vanuit ontwikkelingssamenwerking.
Het gaat dus om een groot deel van het budget voor deze post: dat was dit jaar ruim 3,5 miljard euro.
Dit betekent bijvoorbeeld minder geld voor humanitaire hulp, maar ook voor het stimuleren van vrouwenrechten, de bestrijding van hiv en aids en voedsel- en waterzekerheid.
Watermanagement en voedselzekerheid
Gevraagd naar de motivatie voor het schrappen van zo'n groot deel van het budget verwijst het ministerie naar de afspraken in het Hoofdlijnenakkoord en het daarop volgende Regeerprogramma. Daarin staat dat het kabinet inzet "op thema's waarbij Nederland aanzien en belang heeft", met als concrete voorbeelden watermanagement en voedselzekerheid. Minister Klever van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp wil de keuze nog niet nader toelichten.
Voor het vaststellen van het budget voor ontwikkelingssamenwerking kiest het kabinet voor een nieuwe methode. Een rechtstreekse koppeling met de omvang van de Nederlandse economie wordt losgelaten. Het uitgangspunt was altijd dat ontwikkelingshulp 0,7 procent van het bruto binnenlands inkomen bedraagt.
Die koppeling komt voort uit richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), waarbij Nederland is aangesloten. In de nieuwe rekenmethode speelt die koppeling een minder grote rol.
Daardoor daalt het budget aanzienlijk. Daarnaast wordt het deels terugschroeven van voorgenomen bezuinigingen op het diplomatieke netwerk (ambassades en consulaten) uit het budget voor ontwikkelingshulp betaald.
Goede staat van dienst
Carsten Staur, voorzitter van het comité voor ontwikkelingssamenwerking van de OESO, maakt zich zorgen over de bezuinigingen. "We hebben Nederland altijd gezien als koploper als het gaat om internationale ontwikkelingssamenwerking en het land heeft een hele goede staat van dienst." Hij hoopt dat de overheid snel een andere koers gaat varen. "We hebben Nederland nodig."
Ook regeringspartij NSC was niet blij met de plannen. NSC-kamerlid Femke Zeedijk zei in Trouw geschrokken te zijn over het verdwijnen van de halfjaarlijkse aanpassing van het budget aan de Nederlandse economie. Dit besluit kwam niet voor in het hoofdlijnen- en regeerakkoord. Vanwege het extraparlementaire karakter van dit kabinet kan de regeringspartij zich tegen de plannen van het kabinet verzetten.
'Veel werk zal stoppen'
Partos, dat de belangen behartigt van Nederlandse ontwikkelingsorganisaties, verwacht dat als gevolg van de bezuinigingen veel werk zal stoppen. Woordvoerder Judith Sargentini: "Het gaat over armoedebestrijding, rechten van vrouwen en meisjes, vakbondsrechten, klimaatbestrijding, allerlei dingen, allerlei zaken die de wereld stabieler maken."
In haar ogen verliest Nederland hiermee een rol in de wereld. "Het zijn mondiale problemen en daar dien je enige solidariteit voor te tonen. Maar daarnaast komt het ook naar ons terug als de wereld verder instabiel wordt."
Ze wijst specifiek op de rol van Nederland als het gaat om de rechten van vrouwen en meisjes bij de keuze om wel of niet zwanger te worden. "Als ze niet deze keuze hebben, kunnen ze ook niet goed voor kinderen zorgen en ook zelf geen economische groei doormaken."
Hulp aan Jemen
Jemen is een van de landen die worden gesteund, via Dutch Relief Alliance, een samenwerkingsverband van veertien organisaties en het ministerie. Het geld gaat bijvoorbeeld naar het verbeteren van de mentale gezondheid, vertelt Faiza Altamimi.
"In Jemen leven 30 miljoen mensen al meer dan 10 jaar in een conflict. Hier is vanuit de overheid en andere hulporganisaties weinig aandacht voor, omdat het geen levensreddende hulp is. Dit is een zeer kwetsbare groep mensen die worstelt en lijdt." Ze waarschuwt dat als de hulp stopt, dit alles teniet doet wat de afgelopen tien jaar is opgebouwd.