Rapport over werksfeer bij Rotterdamse politie openbaar: 'Risico voor burgers'
Niet alleen agenten zelf, maar ook mensen op straat kunnen de dupe worden van de onveilige werksfeer bij de politie in het centrum van Rotterdam. Het gevaar bestaat dat agenten te makkelijk geweld gebruiken en burgers discrimineren of ongelijk behandelen.
Dat staat in het onderzoek naar de cultuur bij het basisteam Rotterdam-Centrum, dat de politie vandaag heeft gepubliceerd. Vorige week leidde media-aandacht voor het rapport tot veel beroering binnen en buiten de politie. Die besloot daarom een 'publieksversie' openbaar te maken.
Binnen het Rotterdamse politieteam heerst veel onvrede, er wordt geroddeld en er is sprake van discriminatie en seksisme. Deze ongezonde werksfeer kan zijn weerslag hebben op hoe agenten op straat handelen, waarschuwen de onderzoekers.
Irritaties
In het rapport van een onafhankelijk bureau wordt uitgebreid geanalyseerd wat de problemen zijn in het ruim 200 medewerkers tellende team. Een aantal bevindingen zijn kenmerkend voor de hele politie.
Zo kampt Rotterdam-Centrum net als veel andere teams met een permanent tekort aan personeel. Dit leidt tot extra werkdruk en onderlinge irritaties. Jonge agenten voelen zich aan hun lot overgelaten, omdat er weinig tijd is voor begeleiding. Sommige agenten noemen hun inzet onverantwoord.
Tegelijkertijd heeft de politie te maken met "maatschappelijke verharding", in de omgang met mensen op straat en bij protesten. Dat maakt het politiewerk moeilijker en de druk op agenten nog groter.
Vijandige buitenwereld
In Rotterdam-Centrum krijgt de politie bovengemiddeld veel te maken met overlast van dronken uitgaanspubliek, dak- en thuislozen en verwarde mensen. Agenten worden op straat regelmatig agressief en respectloos bejegend.
Ze ervaren de buitenwereld als vijandig en voelen zich vaak genoodzaakt om geweld te gebruiken. Volgens de onderzoekers zou het kunnen dat een vertekend beeld van de samenleving "overslaat" naar binnen, en ook op het politiebureau voor een onveilige sfeer zorgt. Bovendien bestaat het risico dat agenten op straat sneller geneigd zijn om geweld te gebruiken, in plaats van het gesprek aan te gaan.
De Rotterdamse politiechef Fred Westerbeke erkent de risicofactoren, maar zegt dat uit aangiften tegen de politie niet blijkt dat er daadwerkelijk sprake is van overmatig geweld. Het rapport laat volgens hem zien dat er bij het team "veel werk te verzetten is", maar hij zegt ook dat de meeste agenten in Rotterdam-Centrum hun werk goed uitvoeren.
Het maken van grappen hoort bij de dagelijkse praktijk. Het zou nodig zijn om te ontladen.
Bij het team Rotterdam-Centrum, maar ook op veel andere plekken binnen de politie, is de gemiddelde agent wit, hetero en man. De onderzoekers schrijven dat deze "monocultuur" een kloof kan veroorzaken met de buitenwereld: burgers herkennen zich niet in de politie en andersom. Discriminatie en ongelijke behandeling liggen dan op de loer.
Veel ondervraagden menen dat bij hun team geen sprake is van discriminatie, maar de onderzoekers zien wel degelijk risico's. Minderheden zijn welkom, mits ze tegen een grapje kunnen. "Het maken van grappen hoort bij de dagelijkse praktijk", schrijven de onderzoekers. "Het zou nodig zijn om te ontladen."
De grappen worden door sommige agenten als kwetsend ervaren, maar medewerkers die racistische grappen maken worden daar niet op aangesproken. "Leidinggevenden staan er zelf bij te lachen, wordt gezegd."
Flirten
Het Rotterdamse basisteam heeft geen "aanspreekcultuur", staat in het rapport. Agenten wijzen elkaar niet op ongewenst gedrag of fouten in het werk, maar houden elkaar de hand boven het hoofd.
Het is niet belangrijk of je geschikt bent, maar of ze je mogen of niet.
Op de werkvloer maken agenten vrouwonvriendelijke grappen, beoordelen ze het uiterlijk van vrouwelijke collega's en flirten ze nadrukkelijk met hen, wat deze collega's als onprettig en intimiderend ervaren. Gemopper en geroddel komt veel voor en kan leiden tot pesterijen en uitsluiting.
Vriendjespolitiek
Klachten zijn er ook over de teamleiding, die na de media-aandacht van vorige week is opgestapt. Leidinggevenden zouden te weinig betrokken zijn bij de werkvloer. "Sommige medewerkers zeggen hun teamchef zelfs nog nooit gesproken te hebben."
Het gevoel heerst dat leidinggevenden niet worden geselecteerd op basis van kwaliteit, maar op basis van dienstjaren of vanwege vriendjespolitiek. "Het is niet belangrijk of je geschikt bent, maar of ze je mogen of niet", aldus het rapport.
Politiechef Fred Westerbeke zegt volop bezig te zijn met verbeteren van het werkklimaat bij het basisteam. Daarnaast wil hij kijken of dezelfde problemen elders binnen de politie spelen. "Dat betekent dat we in alle teams in onze eenheid het gesprek aangaan", aldus Westerbeke.