Rijk maar achtergesteld: Pakistaans Beloetsjistan al jaren toneel van geweld
De Pakistaanse provincie Beloetsjistan, waar het afgelopen etmaal tientallen doden zijn gevallen bij aanslagen door separatisten op een groot aantal verschillende plekken, is al jarenlang het toneel van een opstand tegen het centrale gezag in Islamabad.
De militanten vielen gisteravond en vanochtend onder meer politieposten en spoorlijnen aan. Het treinverkeer vanuit de provinciehoofdstad Quetta werd stilgelegd na een aanslag op een spoorbrug die de stad verbindt met de rest van het land. De politie heeft bij die brug zes doden gevonden. Ook een spoorlijn naar buurland Iran werd aangevallen.
Op een belangrijke snelweg hielden de daders auto's, bussen en vrachtwagens staande en vroegen inzittenden om hun identiteitsbewijs. Wie niet uit Beloetsjistan kwam werd zonder pardon doodgeschoten, de daders hadden het vooral voorzien op mensen uit de naburige provincie Punjab. Dat heeft volgens officiële cijfers 23 mensen het leven gekost, 35 voertuigen zijn in brand gestoken.
Bij daaropvolgende gevechten tussen leger en politie met de separatisten zouden veertien militairen en politiemensen en 21 militanten zijn omgekomen.
Beloetsjistan ligt in het zuidwesten van Pakistan en grenst aan zowel Afghanistan als Iran. Het is verreweg de grootste provincie van het land, maar ook de dunst bevolkte: er woont slechts 6 procent van de bevolking van Pakistan. De meeste inwoners zijn Beloetsjen, die overigens ook in Iran en Afghanistan leven.
Rijk aan grondstoffen
Een belangrijke verklaring voor het telkens weer de kop opstekende geweld in het gebied is de rijkdom aan grondstoffen, zoals gas, koper en goud. De lokale bevolking ziet vrijwel niets terug van de opbrengsten daarvan.
De reden dat Punjabi's op de snelweg uit hun auto werden gehaald en vermoord is dat de separatisten een afkeer hebben van vreemdelingen, die door hen worden gezien als dieven: veel mensen uit Punjab werken in Beloetsjistan. Ook China speelt er economisch een grote rol.
Beloetsjistan is onderdeel van het omvangrijke Belt and Road Initiative, ook wel de Nieuwe Zijderoute genoemd, waarmee Peking al jaren aan de weg timmert en veel invloed verwerft in Centraal-Azië. De Chinezen exploiteren mijnen en bouwen een grote haven en een vliegveld in de zuidelijke stad Gwadar aan de Arabische Zee, zeer tegen de zin van de separatisten.
Separatisten
De verantwoordelijkheid voor de serie aanslagen is opgeëist door de grootste separatistische groepering in Beloetsjistan, het Baloch Liberation Army (BLA). Die is al jaren actief in het gebied en Pakistan beschuldigt Iran en aartsvijand India ervan dat zij het BLA steunen, wat beide ontkennen. Behalve in Pakistan zelf staat het BLA op de lijst van terroristische groepen in onder meer de VS en het Verenigd Koninkrijk.
Een door het BLA veel gebruikte methode is dus om willekeurige mensen om hun legitimatie te vragen, wie niet uit Beloetsjistan komt kan worden ontvoerd of omgebracht. Behalve het BLA zijn overigens ook andere groepen actief in de provincie, zoals het Baloch Liberation Front en de Pakistaanse Taliban.
De Pakistaanse regering verklaart keer op keer dat de opstand de kop is ingedrukt. Ook nu klinkt het weer dat "terroristen en iedereen die hen steunt zich nergens zullen kunnen verbergen" en dat degenen die achter de aanslagen zitten voor de rechter zullen worden gebracht. Maar gezien de omvang van deze actie is het endemische geweld in Baloetsjistan nog lang niet ten einde.