Nederland produceert opnieuw minder voedsel, maar 'vooral met caloriezekerheid zit het wel goed'
Voor het derde jaar op rij wordt er minder voedsel geproduceerd in Nederland. Volgens een prognose van ING zal dit jaar 1 procent minder worden geproduceerd dan vorig jaar. Eenzelfde krimp was te zien in 2022 en 2023.
Vooral de aardappeloogst valt tegen, maar ook andere groentegewassen doen het slecht. ING-sectoreconoom Thijs Geijer: "In de aardappel- en groenteverwerking zetten tekorten aan geschikte grondstoffen de productievolumes onder druk. Conservenfabrikanten hebben moeite om hun potjes en pakjes te vullen."
Door de natte lente heeft ook de zuivelproductie problemen. De zompige landbouwgrond heeft de kwaliteit van het gras aangetast en dat heeft invloed op de melkproductie. In de voorgaande jaren werd de krimp van de voedselproductie meer bepaald door inflatie. Consument gaven minder uit, waarop producenten besloten minder te produceren.
Hoge kosten
Volgens Geijer is 1 procent een forse krimp. "Normaal gesproken is de voedingsindustrie minder gevoelig voor schommelingen dan de rest van de industrie. We blijven allemaal eten en drinken. Daarnaast groeit de bevolking, dus je verwacht eigenlijk dat er meer voedsel nodig is."
Een herkenbaar beeld, zegt de voedselindustrie zelf. De Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) vertegenwoordigt 500 Nederlandse voedselproducenten. Volgens FNLI-woordvoerder Pascal Hopman werken de gevolgen van inflatie nog altijd door op de productie: "Het kost veel geld om eten te produceren. Naast de slechte oogsten hebben energiekosten, duur transport en hoge rente een rem gezet om de productie."
Maar lege schappen zijn er nog niet veel, zegt Hopman. "Eerder dit jaar zagen we wel dat verse spinazie even niet beschikbaar was. Ook is de verwachting dat er zo'n 15 procent minder conservengroenten wordt geproduceerd dit jaar." Onlangs zei de directeur van conservenfabrikant HAK, Nicole Freid, dat Nederland zal moeten wennen aan het feit dat niet het hele jaar elke soort groente in potjes, blikjes en in de diepvries beschikbaar zal zijn.
Het is daarom noodzakelijk om klimaatadaptiever te werken in de akkerbouw, laat een woordvoerder van HAK weten. "Door bijvoorbeeld duurzamere manieren van telen toe te passen, waardoor de bodem en de gewassen beter kunnen omgaan met de weersextremen."
Caloriezekerheid
Toch zal in Nederland niet snel een tekort aan voedsel ontstaan. ING-sectoreconoom Geijer wijst erop dat het wel vaker voorkomt dat een enkel product tijdelijk niet beschikbaar is. "We produceren in Nederland nog altijd veel meer dan we zelf kunnen opeten. Vooral met de caloriezekerheid zit het wel goed."
Inderdaad zit Nederland aan de veilige kant, denkt ook Wijnand Sukkel, agro-ecoloog van de Wageningen Universiteit. Hij onderzoekt de effecten van klimaatverandering op voedselproductie wereldwijd. "Onze landbouw is zeer productief. Zelfs als alle grenzen zouden dichtgaan, is Nederland vrij snel in staat om op zichzelf terug te vallen."
"De stabiliteit van de voedselproductie staat wel onder druk," zegt Sukkel. Volgens hem kunnen er, enerzijds, lokale problemen ontstaan door klimaatverandering, zoals extreme regenval of juist droogte. Anderzijds is de afgelopen jaren gebleken dat het mondiale voedselsysteem kwetsbaar is voor verstoringen van de handel zoals rampen en oorlogen.
Nederland moet volgens Sukkel meer aandacht besteden aan voedselzekerheid. "Als af en toe een bepaald product niet beschikbaar is, is dat niet zo erg. En koffie en bananen hebben we hier nooit kunnen telen," zegt de agro-ecoloog, "Maar voor die andere gewassen hebben we, bijvoorbeeld, ook veel fossiele energie uit het buitenland nodig. Ook voor veekrachtvoer en fosfaat zijn we afhankelijk van het buitenland."