Dossiers 'foute' Nederlanders niet via zoekmachine en met meer uitleg online
Het archief met dossiers van 'foute Nederlanders' wordt volgend jaar zoals gepland openbaar, maar om te voorkomen dat kwaadwillenden met de documenten aan de haal gaan, neemt het Nationaal Archief maatregelen, maakte Trouw vanochtend bekend.
Het gaat om een half miljoen dossiers van Nederlanders die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerden met de Duitsers of daarvan werden verdacht. De papieren dossiers worden sowieso openbaar, dat moet volgens de Archiefwet, maar er komt veel meer uitleg en aandacht om het archief in zijn context te presenteren, zegt de projectleider tegen de NOS. Dat gebeurt omdat het bij nabestaanden van collaborateurs erg gevoelig ligt.
Dossiers van mensen die tijdens de oorlog aan de kant van de Duitsers stonden, zullen daarom voorlopig niet via zoekmachines als Google vindbaar zijn en ze zijn ook niet te downloaden. Per 1 januari komt het eerste kwart van het archief online, blijkt uit een nieuw plan van het Nationaal Archief, het NIOD, WO2NET en het Huygens Instituut. Daarna komt er een half jaar niets nieuws bij.
Eerst zwaarste gevallen
"De eerste dossiers die we online beschikbaar gaan stellen, zullen de zwaarste gevallen zijn. We gaan ervan uit dat daar al het meeste over bekend is en dat die dus de minste impact zullen hebben", zegt projectleider Edwin Klijn in het NOS Radio 1 Journaal. "En we gaan ook meer context geven, zo van 'hoe moet je dit archief nu begrijpen', want het is een heel complex archief."
Het besluit daarover is dan ook niet licht genomen. "We zijn hierop uitgekomen na gesprekken met het ethisch beraad dat we hebben ingericht, helemaal aan het begin van het project. Daarin zitten nabestaanden van zowel oorlogsslachtoffers als NSB'ers die ons hebben geadviseerd over hoe we dit kunnen doen, zodat beide groepen zich erin kunnen vinden", zegt Klijn.
Het collaboratie-archief omvat bijna vier kilometer aan papier en 30 miljoen documenten: persoonlijke foto's, dagboeken en brieven van Nederlanders die in de oorlog heulden met de vijand. Ook zitten in de dossiers belastende verklaringen van buren, vrienden en bekenden. Sinds februari 2022 wordt dit gevoelige archief gedigitaliseerd.
Niet 'dé waarheid'
Het resultaat van het overleg met de nabestaanden is een middenweg geworden, legt Klijn uit: "De gesprekken waren soms pittig. Je hoort natuurlijk wat een impact het NSB-lidmaatschap van iemand heeft gehad op een familie en wat het betekent als zo'n archief online komt. Tegelijkertijd hebben we gesproken met nabestaanden van slachtoffers, die het weer heel belangrijk vinden dat het zo open mogelijk beschikbaar wordt."
Het gaat om het meest beladen archief van Nederland, dus zorgvuldigheid is geboden, zegt Klijn. "Het is ook een beetje pionieren, dit is nooit gedaan, met een collectie met deze achtergrond en beladenheid. Het is echt uitvinden hoe we hier een menselijke weg in kunnen vinden."
Daarom heeft het archief ook een gebruiksaanwijzing nodig, zegt hij. "Er zitten allerlei verklaringen in, van een buurman, wie deed wat. Het is soms ook niet waar. Mensen hebben bepaalde redenen om iets te verklaren en dat is ook wat we straks gaan uitleggen. Je moet dit archief niet lezen als 'de waarheid', het zijn getuigenverklaringen."
'Niet blij mee'
Het Centraal Joods Overleg is niet blij met de uitkomst. Vicevoorzitter Hans Weijel: "De Joodse gemeenschap moet al tachtig jaar wachten op antwoorden. De archieven zouden eindelijk open gaan en nu komt er weer uitstel. Mensen willen na al die jaren weten wie hun grootouders naar de gaskamer heeft gestuurd. Het land heeft recht op z'n eigen geschiedenis."
Hij zegt te begrijpen dat het een spannende tijd is voor familieleden van collaborateurs. "Maar laat duidelijk zijn, niemand kan het helpen dat zijn vader of grootvader een landverrader was. Het is te idioot voor woorden dat om deze reden er weer uitstel komt."
Volgens Weijel is het juist nu, in tijden van toenemend antisemitisme, belangrijk de archieven eindelijk te openen. "Je kunt uit de geschiedenis leren hoe mensen toen zijn gaan denken. Dat zijn lessen die je nu voor educatie kunt gebruiken. Ook dat is een reden om te zeggen: doe dat archief nou helemaal open."
Presentatie met uitleg
Iedereen kan het archief straks opvragen. Dat betekent dat je er op de website Oorlog voor de rechter in kunt zoeken, bijvoorbeeld op een plaatsnaam, eigennaam of term. Op 1 januari komen de eerste acht miljoen pagina's online, de rest wordt tot 2027 aangevuld.
Het komt dus wat voorzichtiger en langzamer online dan oorspronkelijk het plan was. Klijn: "Het gaat om zorgvuldigheid en het geven van uitleg bij de pagina's over bijvoorbeeld organisaties die erin voorkomen en over hoe je het archief moet begrijpen. We hebben echt heel veel aandacht om het archief in zijn context te presenteren."