Thaise premier Srettha uit ambt gezet
De Thaise premier Srettha Thavisin is door het Hooggerechtshof uit zijn ambt gezet. Het hof oordeelde dat Srettha de grondwet heeft overtreden door een oud-gevangene als minister aan te stellen.
De aangestelde minister werd in 2008 als advocaat verdacht van omkoping. Dat is nooit bewezen, maar hij kwam korte tijd vast te zitten voor minachting van het hof in die zaak.
Srettha is al de vierde premier in zestien jaar die wordt afgezet door het hof. Wat er achter de schermen precies speelt, is niet geheel duidelijk. De BBC wijst erop dat in het verleden ministers mochten aanblijven met zwaardere veroordelingen achter hun naam.
Persbureau AP en de BBC schrijven dat het initiatief tegen Srettha komt van voormalige leden van de door het leger gecontroleerde senaat, die veel invloed heeft op het hof. Een politieke partij binnen de coalitie die dicht bij het leger staat zou er vooral voordeel van hebben.
Het Thaise parlement moet nu op zoek naar een vervanger van Srettha, maar het is onzeker of de fragiele coalitie het onderling eens kan worden over een nieuwe leider.
Het kabinet zal op interim-basis aanblijven totdat het parlement een nieuwe premier goedkeurt. Er is geen tijdslimiet voor het parlement om de vacature te vervullen.