Zelfs Lavreysen tikje emotioneel na gouden trilogie: 'Hij is de beste baansprinter ooit'
Het Wilhelmus had geklonken, het keirin-goud blonk om zijn nek. En toen frommelde Harrie Lavreysen even in de zakken van zijn oranje trainingsjack. Uit de linker haalde hij een tweede gouden medaille, uit de rechter de derde.
"Dit was een droom", zo omschreef de sinds vandaag beste Nederlander op de Zomerspelen aller tijden. Twee Olympische Spelen, zes medailles. Twee gouden en een bronzen in Tokio, drie gouden in Parijs.
"Ik ben niet vaak emotioneel, maar nu wel. Ik had het ook heel warm en ging bijna out. Maar ik sta er weer. Dit is bijna niet te vatten."
Een jaar of vier geleden werd voor het eerst gesproken over Harrie's hattrick, de bijna onmogelijke combinatie van goud op de teamsprint, de individuele sprint én de onvoorspelbare keirin.
Sindsdien voltooide hij de trilogie al bij wereldkampioenschappen en Europese kampioenschappen, beide twee keer zelfs. Maar bij de Olympische Spelen is de druk nog vele malen hoger. En de lat zo hoog als de Eiffeltoren.
"Dit was een hele grote droom. Dat het dan lukt, is onbeschrijflijk."
Lelijke valpartijen
Met de vorm zat het wel goed, wist Lavreysen. Op de teamsprint en de individuele sprint liet hij zijn turbodijen spreken en trapte hij waarden die hij nog niet eerder haalde.
Maar op de keirin, de Japanse vorm van vrij worstelen op de fiets, kan van alles gebeuren. "Er werd echt weer lomp gereden, met veel echt lelijke valpartijen", vond Lavreysen.
"In de kwartfinale deed ik een keer een snel sprintje en ik wist toen dat ik me nog hartstikke goed voelde. In de halve finale wilde ik vooral uit de drukte blijven, weg van het geduw en de valpartijen."
"Jack Carlin en Matthew Richardson waren voor mij de twee mannen om op te letten en zij zaten inderdaad achter me toen ik twee ronden voor het einde aanging. En dan die laatste ronde: 9,3, dat heb ik nog nooit gereden."
Zo werkte hij de afgelopen maanden, nee jaren, toe naar de beste versie van zichzelf. "Hoe? Geen idee. Ik ben hier al sinds Tokio mee bezig. Elk jaar heb ik geprobeerd er weer een stapje bij te doen. Ik heb alles tot in de puntjes uitgedacht. De druk was enorm hoog, maar ik voelde rust. Want ik wist dat ik er alles aan gedaan had. En dan is dit het resultaat."
Lavreysen treedt met zijn hattrick in de voetsporen van Sir Chris Hoy (2008, Peking) en Sir Jason Kenny (2016, Rio de Janeiro).
De Amerikaanse baansprinter Marcus Hurley won in 1904 in St. Louis zelfs vier gouden medailles en een bronzen, maar destijds waren er meer en andere onderdelen.
De beste baansprinter
Mehdi Kordi, de afscheidnemende sprintcoach van de Nederlandse baanploeg, weet het in ieder geval zeker: "Harrie is de beste baansprinter aller tijden. Hij zal voor altijd herinnerd worden."
Kordi stond aan de basis van het succes van Lavreysen, al raakte de relatie later vertroebeld. Sinds de WK in Glasgow vorig jaar laat Lavreysen zich begeleiden door Hugo Haak, wiens persoonlijke aanpak beter zou passen dan de wetenschappelijke insteek van Kordi.
De laatste ontfermde zich vervolgens over Jeffrey Hoogland, maar ook bijvoorbeeld Hetty van de Wouw. "Hetty heeft zich getoond aan de wereld als een sprinter waar rekening mee gehouden zal moeten worden. Don't make me cry, zei ik tegen haar na haar laatste race. Toen ik begon werd er niet veel aandacht besteed aan het vrouwensprinten. Ik ben zo trots op ze."
Dicht bij mezelf gebleven
Van de Wouw was één sprintzege verwijderd van de olympische finale, maar greep uiteindelijk naast het brons. Toch kan de 26-jarige Brabantse alleen maar trots zijn op het toernooi van haar doorbraak.
"Voor vandaag was ik al heel trots op mezelf", blikte Van de Wouw terug na de troostfinale. Ze verlaat Parijs met twee vierde plaatsen en een zilveren medaille op de keirin. "Ik ben heel ontspannen geweest en heb vertrouwen gehouden in mezelf. Ik heb gereden hoe ik wilde rijden. Ik ben heel dicht bij mezelf gebleven en dat was heel fijn."
Bovenal bewees Van de Wouw dat ze bij de beste sprinters van de wereld hoort. "Mooi", vond ze. "Dat kan ik meenemen naar de toekomst."
Opgeheven hoofd
Voor Hoogland gingen de Olympische Spelen uit als een nachtkaars. Vrijdag greep hij mede door twee discutabele jurybeslissingen in de troostfinale tegen de Schot Jack Carlin naast het brons.
Vandaag reed de Colombiaanse wereldkampioen Kevin Quintero hem in de wielen op de keirin. "Dit was helemaal niks", zei de nog altijd verbouwereerde Hoogland na zijn uitschakeling in de kwartfinales. "Ik kwam zo verbaasd van de fiets dat ik amper boos kan zijn. Maar van binnen ben ik woest."
"Ik voelde me goed, maar die Colombiaan zat me de hele tijd in de weg. Hij was heel irritant, terwijl hij ook gewoon door was geweest als hij gewoon mijn wiel had gehouden. Dit zal ook wel keirin zijn, maar dit was niks."
Toch weigerde Hoogland in mineur Parijs te verlaten. "Ik heb bewust mijn gouden medaille (van de teamsprint, red.) omgedaan. Ik wil hier niet verslagen met gebogen hoofd staan. Want ik ben supertrots op deze gouden medaille. Daarna heb ik geknokt voor wat ik waard was. Maar ik mag mezelf gewoon weer olympisch kampioen worden. Zo wil ik vertrekken, met opgeheven hoofd."
Zien we Hoogland in Los Angeles? 'Poeh, goede vraag'
Of de 31-jarige Hoogland over vier jaar in Los Angeles zijn eigen trilogie kan voltooien door voor de derde keer op rij goud te winnen op de teamsprint, is nog niet zeker. "Poeh, goede vraag. Daar heb ik nu geen antwoord op. We gaan het zien."
De Olympische Spelen van Parijs waren zeker de laatste van sprintcoach Kordi bij de Nederlandse baanploeg. "Ik hoopte op een droomafscheid en dat heb ik gekregen. Ik ben heel erg gelukkig."