CJIB wil bevoegdheid om te kunnen stoppen met verhogen van verkeersboetes
Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) wil meer ruimte om te kunnen stoppen met verhogen van verkeersboetes als die niet op tijd betaald worden. Volgens de uitvoeringsorganisatie kunnen die verhogingen soms onredelijke gevolgen hebben, is te lezen in de Stand van de Uitvoering 2023 van de instantie.
Als iemand een boete niet op tijd betaalt, komt daar een boetebedrag van 50 procent bovenop. Bij een tweede aanmaning is dat 100 procent. Commerciële incassobureaus mogen volgens de wet maximaal 15 procent aan incassokosten in rekening brengen.
Bij iemand die de eerste boete niet kan betalen wegens geldgebrek, komen die extra kosten ook weer harder aan. En dus stelt het CJIB dat er in sommige gevallen sprake is van overmacht en een verhoging niet altijd op zijn plaats is.
Het incassobureau kan daar momenteel echter niets aan veranderen. "Het CJIB heeft op dit moment onvoldoende ruimte om bijzonder maatwerk toe te passen", schrijft de uitvoeringsorganisatie. Een grondslag in de wet moet de organisatie de bevoegdheid geven om de verhoging van boetes te beëindigen.
'Boete op armoede'
Branchevereniging voor schuldhulpverlening NVVK is blij met het standpunt van het CJIB. "Als mensen een boete nu niet kunnen betalen, is zo'n verhoging in principe een boete op arm zijn", vindt Linda van Vliet van de NVVK. "Dan is het fijn als het CJIB coulant is."
De NVVK vraagt elk jaar aan zijn leden welke schuldeisers zij het vaakst tegenkomen. Volgens van Vliet wordt het CJIB onevenredig vaak genoemd. Dat heeft onder andere te maken met de hoge incassokosten die de uitvoeringsorganisatie in rekening brengt, denkt ze.
De hoogte van die verhogingen is dus opgenomen in de wet. "Daar kan het CJIB weinig aan doen", aldus Van Vliet. "Het beleid zal dus moeten worden aangepast. Ik heb goede hoop dat er snel een beleidswijziging komt waarmee een einde wordt gemaakt aan het stapelen van boetes."