Zwemmer Corbeau wint verrassend brons op 200 meter schoolslag: 'Met dank aan Kamminga'
Caspar Corbeau heeft bij de Olympische Spelen in Parijs verrassend een bronzen plak op de 200 meter schoolslag gepakt. De 23-jarige zwemmer kwam in de La Defense Arena tot een tijd van 2.07,90.
Het goud was weggelegd voor de grote thuisfavoriet Leon Marchand (2.05,85). Corbeau moest naast de Fransman ook de Australiër Zac Stubblety-Cook (2.06,79) voor zich dulden.
Stubblety-Cook was de man die drie jaar geleden in Tokio Arno Kamminga van het olympisch goud afhield.
Toen Corbeau aantikte in het bassin van de La Defense Arena en het cijfer 3 voor zijn naam zag, wist Corbeau niet wat hem overkwam. "Ik voelde blijdschap, opluchting en trots. Maar dat ik mijn ouders juichend op de tribune zag staan was misschien wel het meest bijzonder."
Corbeau is de derde Nederlander die op dit nummer een olympische medaille in de wacht sleept. Wieger Mensonides greep tijdens de Spelen van 1960 eveneens het brons. Kamminga verzekerde zich drie jaar geleden in Japan van het zilver.
Zware dobber
Corbeau was in Parijs de enige zwemmer die zowel in de finale van de 100 als de 200 meter schoolslag stond. In de race over twee banen eindigde hij maandag als achtste. Die klassering was een zware dobber voor de in het Amerikaanse Santa Cruz opgegroeide schoolslagspecialist. In de series tikte hij aan in 59,04, een tijd die in de finale goed zou zijn geweest voor een zilveren medaille.
In de finale van vandaag moest Corbeau het doen zonder steun van Kamminga. Die meldde zich dinsdag noodgedwongen af voor de halve finales van de 200 school.
In de aanloop naar de series blesseerde de 28-jarige Katwijker zich aan zijn rug, waarmee hij zichzelf mogelijk voor de rest van de Olympische Spelen buitenspel zette. Het is nog onduidelijk of Kamminga aan de start verschijnt van de 4x100 meter wisselslag, die zaterdag op het programma staat.
Ook voor Kamminga
Het brons, zo klonk het, was ook een beetje voor Kamminga, zijn maatje binnen en buiten het bad. "Zonder hem had ik dit nooit bereikt. Niet alleen als zwemmer met wie ik dagelijks train is hij voor mij een bron van inspiratie. Hij heeft me er ook doorheen gesleept op momenten dat ik het moeilijk had in Amsterdam."
Drie jaar geleden bleef Corbeau in Tokio op de 200 school steken op de 21e plaats, Liefdesperikelen en stress op de Amerikaanse universiteit waar hij studeerde en trainde vormden geen goede voedingsbodem voor topprestaties. Bovendien was hij in Tokio beland door een handigheidje van zwembond KNZB. Hij had zich gekwalificeerd als estafettezwemmer en kreeg zijn individuele startplek cadeau zonder daarvoor formeel in aanmerking te komen. "Het voelde alsof ik die plek cadeau had gekregen. Ik verdiende het niet om in Tokio te starten."
Zijn liefde voor het zwemmen was bovendien tanende. In augustus 2023 besloot hij te verhuizen van Texas naar Amsterdam om daar aan te sluiten bij de trainingsgroep van Mark Faber. Een sprong in het diepe, noemde hij het.
"Ik wilde nog één keer alles geven. Als het niets zou worden, was dat het einde van mijn loopbaan. Met dat idee ging ik naar Nederland."
In twaalf maanden tijd werd hij niet alleen een gelukkiger mens, maar ook een technisch veel betere zwemmer. "Ik kan wel een miljoen zaken opnoemen die verbeterd zijn. In vergelijking met mijn tijd in de Verenigde Staten ben ik honderd stappen vooruit gegaan."
Corbeau, Nederlandse vader en Amerikaanse moeder, gooide met behulp van een sportpsycholoog bovendien eindelijk zijn eeuwige twijfels overboord. "Als je me tien jaar geleden had gevraagd of ik ooit een olympische finale zou zwemmen, had ik zeker met 'nee' geantwoord. Nu ligt de tijd dat ik bibberend van de zenuwen het startblok opstapte ver achter me."
Sterker: in Parijs stapte hij lachend de laagste trede van het ereschavot op. Wat de sportpsycholoog hem zo nadrukkelijk op het hart drukte, bleek dus inderdaad waar. "Ik heb meer in mijn mars dan ik ooit heb gedacht."
Bij terugkeer in Nederland trakteert Corbeau zich op een nieuwe tatoeage. Omdat zijn achternaam kraai betekent in het Frans, laat hij de vogel ergens op zijn afgetrainde lijf in inkt vereeuwigen. "Uniek en symbolisch", noemt hij dat. Onbedoeld is het ineens ook een verwijzing naar een oer-Hollands spreekwoord.
Een vliegende kraai vangt altijd wat.