NOS Sport

Steenbergen naar finale 100 vrij, kan in voetsporen Mastenbroek, De Bruijn en 'Kromo' treden

Marrit Steenbergen heeft zich voor de eerste maal in haar loopbaan verzekerd van een plek in de olympische finale van de 100 meter vrije slag. De regerend wereldkampioene tikte in de halve eindstrijd aan in een tijd van 52,86. Daarmee ging ze als vijfde naar de eindstrijd van woensdagavond. Siobhan Haughey uit Hongkong was met 52,64 de sterkste en start daarmee in de finale in baan 4.

Het is de tweede maal dat Steenbergen van start gaat in een olympische finale. Acht jaar geleden, in Rio de Janeiro, maakte ze deel uit van het kwartet op de 4x100 vrij. Nederland eindigde op het aflossingsnummer teleurstellend als vierde.

Drie jaar geleden, in Tokio, zwom ze op hetzelfde estafettenummer in de series en werd ze gepasseerd voor de eindstrijd. Ook in Japan eindigde de ploeg als vierde.

Steenbergen (boven) en winnares Siobhan Haughey komen bij na de halve finale

De 24-jarige zwemster uit het Friese Oosterwolde werd in de La Défense Arena de achttiende Nederlandse zwemster die zich wist te plaatsen voor de finale van het koningsnummer van de Olympische Spelen, sinds Marie Vierdag een eeuw geleden in Parijs de primeur had en als zesde aantikte.

Tijdens de Spelen van 1912 in Stockholm stond de 100 vrij voor de eerste maal op het programma, al heette de slag toen nog Australian crawl. Niet verrassend dat een Australische, Fanny Durack, het onderdeel met overmacht won in een tijd van 1.22,1.

Het duurde twintig jaar alvorens Nederland voor de eerste maal een medaille in de wacht sleepte. In Los Angeles was het Willy den Ouden die als tweede aantikte.

Drie keer eerder

Slechts drie Nederlandse zwemsters slaagden erin ooit de olympische titel te grijpen. De omstreden Spelen van Berlijn werden in 1936 een prooi voor Rie Mastenbroek. Tijdens de Millennium Games van 2000 in Sydney stond er geen maat op Inge de Bruijn. Ranomi Kromowidjojo was tijdens Londen 2012 een klasse apart.

Naast Den Ouden grepen ook Hannie Termeulen (Helsinki 1952) en De Bruijn (Athene 2004) een zilveren medaille. Brons was er voor Marie-Louise Vaessen (Londen 1948), Enith Brigitha (Montréal 1976) en Annemarie Verstappen (Los Angeles 1984).

Slechts twee landen deden het in de historie beter dan Nederland op de olympische 100 vrij. De Verenigde Staten wonnen negen goud, negen zilver en tien brons. Australië kwam (mede door de triple van Dawn Fraser in 1956, 1960 en 1964) tot vijf goud, twee zilver en drie brons.

De halve finale over twee banen borstcrawl was de derde race die Steenbergen in Parijs zwom. Zaterdagochtend startte ze op de series van de 4x100 vrij. Als slotzwemster klokte ze, met vliegende start, een splittijd van 52,42. Daarmee kon de Friezin niet voorkomen dat het kwartet naast een ticket voor de finale greep.

De kwalificatie op de 100 vrij kwam Steenbergen drie dagen later met de spreekwoordelijke twee vingers in de neus door. Met een ultieme versnelling in de tweede 50 meter kwam ze uit in 53,22, de tweede tijd van de ochtendsessie. Alleen Siobhán Haughey uit Hongkong was sneller, twee-tienden van een seconde om precies te zijn.

Steenbergen wacht woensdag een lange dag, wist ze al in de catacomben van de zwemarena. Afleiding zoeken, luidt het devies voor de laatste uren die haar scheiden van de belangrijkste wedstrijd uit haar loopbaan. Lachend: "Anders wordt het wel een héél lange dag."

In de ochtenduren zwemt ze zich los, te midden van haar ploeggenoten. "Ik moet mensen om me heen hebben. Dan heb ik in ieder geval een beetje afleiding."

Voor de lunch staat een afspraak met haar ouders op het programma. "Ik moet voorkomen dat ik de hele dag aan die wedstrijd ga lopen denken. En als ik eenmaal op het blok sta moet ik gewoon vertrouwen op wat ik kan."

Volg de Olympische Spelen

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl