Geen ritzege, geen geel: ploeg-Vingegaard buigt voor Pogacar en verdedigt plek twee
Ze zaten met twee van hun beste klimmers in de kopgroep. Ze creëerden voor Jonas Vingegaard de ideale springplank. En ze waren 1.900 meter verwijderd van een ritzege. Maar na de negentiende etappe van de Tour de France had de Nederlandse wielerploeg Visma-Lease a Bike niks.
De genadeloze geletruidrager Tadej Pogacar greep na een indrukwekkende demarrage op de slotklim naar Isola 2000 koploper Matteo Jorgenson terug en vergrootte het gat met concurrent Vingegaard naar vijf minuten.
'Geel gaat niet lukken'
"Ongekend", noemde Merijn Zeeman, sportief directeur van de Visma-ploeg, het vertoon van Pogacar. "Wanneer wordt Jorgenson teruggepakt, een kilometer voor de top? Jammer. Geen kruid tegen opgewassen."
In de koninginnenrit brak Pogacar het laatste beetje hoop van de Nederlandse ploeg op een stunt en de eindzege. Zeeman: "Geel gaat niet lukken dit jaar en dan moet je zo hoog mogelijk proberen te eindigen. Als dat de tweede plek is, is dat mooi."
Visma had voor de voorlaatste zware bergrit allerlei scenario's klaarliggen. "Defensief, offensief of voor de etappezege", legde Zeeman uit.
"Laporte en Van Aert deden fantastisch werk, zodat Wilco (Kelderman) en Matteo (Jorgenson) voorop konden komen. Zou Jonas zich heel goed voelen en zijn kans ruiken, hadden we iemand vooraan. Als hij zich wat minder zou voelen, konden we verdedigen. In het allermooiste scenario kon het allebei."
Visma moest wel aanvallen, de achterstand op Pogacar was 's ochtends immers 3 minuten en 11 seconden. "Als je het nog spannend wil maken, zal je wat moeten doen. Dan kun je heel conservatief erbij blijven rijden of je kunt zorgen dat je mannen voorop hebt. De twee mannen die het best bergop mee kunnen, Jorgenson en Kelderman, waren voorop."
Uitrijdend lichtte Kelderman het strijdplan nog even toe. Zijn taak in de kopgroep? "Springplank zijn voor Jonas, dat was het plan. Dat ging goed. Maar je moet de benen hebben."
"Dat Jonas iets minder is, tja. Als je ziet waar hij vandaan komt en zo kort de tijd had om voor te bereiden, dan is het logisch dat je zo ver in de Tour niet super bent."
In startplaats Embrun zei ploegleider Grischa Niermann nog dat Vingegaard strijdbaar was, hopend op een eerder zo vaak geslaagd meesterplan. In etappe elf had hij Pogacar immers nog verslagen.
De Deen berustte in het skidorp Isola 2000 in zijn lot: "Ik had niet mijn beste benen en ik moest mijn mentaliteit een beetje aanpassen halverwege de etappe." Niet het geel aanvallen, maar zijn tweede plek verdedigen.
"Ik kwam naar de Tour om te winnen, maar ik wist dat het ook moeilijk kon worden met de gebrekkige voorbereiding die ik heb gehad. We wisten dat dit kon gebeuren, dus ik was er ook mentaal klaar voor", blikte Vinegaard terug. "Ik kan blij zijn dat ik geen tijd verloor op Remco (Evenepoel)."
Kelderman is duidelijk: "De Tourzege, dat gaat niet meer lukken. Het gat is zo groot. Voor nu is het vechten voor het podium."
Dat is nu ook het doel van Vingegaard: "Nog twee zware dagen te gaan, maar ik zal er alles aan doen om Evenepoel te blijven volgen."
Halverwege etappe negentien besloot Visma: het geel is niet haalbaar, maar de ritzege wel. Toen draaide plots alles om koplopers Jorgenson en Kelderman, die in een sterke klimkopgroep zaten met Richard Carapaz, Simon Yates en Jai Hindley.
Knechten
"Met Carapaz en Yates erbij weet ik dat het voor mij heel moeilijk wordt", zei Kelderman. "Dus ik heb mijn best gedaan voor Jorgenson om alles eruit te halen." Kelderman deed het kopwerk en Jorgenson viel aan. Al op 13 kilometer van de finish.
Solo ging hij op de finish af. "Maar toen ik hoorde dat Pogacar eraan kwam, had ik er een slecht gevoel over", sprak de beteuterde Jorgenson na afloop.
Zeeman: "We konden het uitrekenen. Jorgenson moest 4,5 minuut aan de voet van de laatste slotklim hebben, maar het was 4 minuten. Matteo komt twintig seconden tekort." Op iets minder dan twee kilometer voor de streep zag Jorgenson de gele trui voorbij flitsen. Weg ritzege.
Het was een mooie dag om vooruit te rijden, zei Kelderman. "Maar jammer dat we niet winnen."
"We hebben gestreden voor wat we waard waren", sloot Zeeman af. "Maar er was geen beginnen aan om Pogacar te volgen. Hij was te sterk."