Eritreeër Girmay wint verrassend massasprint in derde Tour-etappe, Carapaz pakt gele trui
Het was een doodsaaie aanloop van 220 kilometer, maar de hectische finale van de derde etappe van de Tour de France was het urenlange wachten waard. Biniam Girmay was na een massasprint in het centrum van Turijn net rapper dan Fernando Gaviria en Arnaud De Lie.
Richard Carapaz nam de gele trui over van Tadej Pogacar, omdat hij enkele plekken eerder over de streep kwam dan Pogacar, de twee staan met dezelfde tijd bovenaan het klassement.
'Dit is ons moment'
Voor de Eritrese renner Girmay is het de eerste ritzege in de Tour de France. Eerder won hij wel een etappe in de Giro.
Girmay (24) stond direct na de finish in tranen de pers te woord. "Toen ik begon met fietsen, kon ik niet dromen om deel uit te maken van de Tour. Winnen is ongelooflijk."
"Alle Eritreeërs en Afrikanen, we moeten trots zijn. Nu zijn we echt onderdeel van de grote races. Dit is ons moment, onze tijd."
De Nederlands kampioen Dylan Groenewegen pakte in de massasprint nog even goed het wiel van Girmay, maar moest inhouden toen hij door De Lie bijna in de boarding werd gereden. "Er was geen ruimte", zei hij uitfietsend. "Ik ben hier echt niet blij mee. Ik wil gewoon winnen, daar gaan we voor." Groenwegen finishte als vijfde.
De andere Nederlandse sprintkanshebber Fabio Jakobsen, die zich zoekende naar vorm dapper mengde in "de achtbaan die de finale van de Tour heet", eindigde als zevende.
Het geheim van de eerste sprint deze Tour was volgens de sprintfavorieten vooraf: een goede positie innemen in de laatste bocht. Na het duwen en dringen van de sprintploegen in de laatste kaarsrechte kilometers zaten er in de laatste kilometer twee haakse bochten naar links.
Val Philipsen
In de hectische aanloop naar die laatste bochten was er een grote valpartij, waardoor onder anderen favoriet Jasper Philipsen tegen de vlakte ging. Zijn sprintknecht en wereldkampioen Mathieu van der Poel was eerder in de finale al afgehaakt met een lekke band, en kon zijn kopman niet meer helpen.
Gebutst maar zonder breuken stapt Philipsen dinsdag gewoon weer op voor etappe vier, meldde ploegleider Philip Roodhooft.
Ook Mark Cavendish lag bij die valpartij. De man die zaterdag nog kotsend op de fiets zat vanwege de hitte, aast deze Tour op zijn 35ste ritzege, waarmee hij het record zou afpakken van Eddy Merckx. De eerste kans op dat zegerecord vervloog in het centrum van Turijn. De volgende sprintkans zal waarschijnlijk woensdag zijn.
Slaapverwekkende etappe
Na twee uitputtende dagen door de Italiaanse heuvels en in de Toscaanse hitte was het peloton blij dat het even op adem kon komen. Een lange zit was het wel: 230 kilometer van Piacenza naar Turijn, door niet het mooiste stukje Italië.
Als je voor de televisie of stream in slaap was gevallen ergens halverwege de rit had niemand het je kwalijk genomen. Je had dan ook niets gemist. Jonas Abrahamsen en Odd Christian Eiking (UNO-X) waagden een poging met z'n tweeën, maar zij zagen op 213 kilometer van de streep ook de waanzin van hun avontuur in. Ze zetten hun fiets in de berm en bleven staan wachten op het peloton.
Uitrijden was het daarna. Belg De Lie en Fransman Bryan Coquard, wachtend op het sprintgeweld, discussieerden over wie vanavond de achtste finales van het EK voetbal gaat winnen: België of Frankrijk. Groenewegen frummelde nog maar wat aan zijn speciale bril met 'Batman'-neus. En Mark Cavendish verwisselde in alle rust allebei zijn banden.
Als je op 65 kilometer van de finish weer wakker was geschrokken, zag je net op tijd dat Fabien Grellier (TotalEnergies) toch nog een poging waagde. Hopeloos, wist hij ook, want de sprintploegen voerden het tempo langzaam maar zeker op.
Het zou een nerveuze, chaotische finale worden, zeker vanwege de kaarsrechte aanloop naar de laatste kilometer. Treintjes van de sprintploegen raceten zij aan zij over de brede weg richting Turijn, duwend en trekkend voor een goede positie.
Op hoge snelheid ging een handvol renners tegen de grond, waarna Girmay het beste profiteerde van de chaos die daardoor was ontstaan.