Artsen en politiek eensgezind: scherper kiezen bij kankermedicijnen
Het nieuwe kabinet moet er alles aan doen om nieuwe kankermedicijnen te laten onderwerpen aan onafhankelijke studies, zodat slecht presterende middelen kunnen worden geweerd. De dure medicijnen nemen anders een te grote hap uit ziekenhuisbegrotingen, zeggen oncologen en het Zorginstituut Nederland.
Ook moet het volgens hen eenvoudiger worden om onderzoek te doen naar het effect van andere doseringen dan door de farmaceuten worden voorgeschreven. Dat zou kunnen schelen in bijwerkingen en kosten. Zulke plannen liggen er al, maar de nood is zo hoog dat actie nu nodig is, zegt de zorgsector.
De onderzoeksredactie van de NOS en Nieuwsuur dook in de wereld van dure medicijnen en de urgentie blijkt inderdaad groot. De afgelopen vijf jaar zijn de uitgaven aan kankermedicijnen verdubbeld, van 635 miljoen euro naar 1,3 miljard euro. De komende twee jaar komen honderden nieuwe dure kankermedicijnen beschikbaar. Dat lijkt hoopvol, omdat zeker de helft van alle Nederlanders kanker zal krijgen. Maar de middelen werken niet altijd naar verwachting terwijl de kosten dus wel sterk stijgen.
"Als we op de huidige manier blijven doorgaan loopt het systeem vast", zegt Gabe Sonke, internist-oncoloog bij het Antoni van Leeuwenhoek-ziekenhuis en hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. "Dan kunnen we de patiënten niet meer goed behandelen en de medicijnen die we echt willen hebben niet meer voldoende geven."
Ook het Zorginstituut, dat de overheid adviseert welke zorg in het verzekerde pakket moet, ziet de urgentie "met de dag toenemen". "Het aantal mensen dat langer en meer zorg nodig heeft stijgt en er is toenemende schaarste aan zorgpersoneel en middelen", zegt voorzitter Sjaak Wijma. "Scherpe keuzes zijn meer dan ooit nodig."
Dat betekent niet dat mensen in de toekomst de toegang tot kankermedicijnen wordt ontzegd. Artsen willen wel het kaf van het koren scheiden. In de woorden van oncoloog Hans Westgeest van het Amphia Ziekenhuis in Breda worden nieuwe middelen nu soms "aangeprezen als een Ferrari, maar blijken ze in de praktijk een Fiat te zijn". Het is niet ongewoon dat medicijnen maar bij 30 procent van zijn patiënten een positief effect hebben, terwijl veel meer patiënten alleen kampen met de negatieve gevolgen, in de vorm van bijwerkingen.
Nederlandse artsen pionieren daarom de laatste jaren met onderzoek naar gerichter gebruik van geneesmiddelen. Bij diverse behandelingen hebben ze aangetoond dat met lagere doseringen hetzelfde effect wordt bereikt, met doorgaans minder zware bijwerkingen. Internist-oncoloog Sonke heeft onder meer een betere behandeling tegen borstkanker ontwikkeld.
Los van de verbeterde kwaliteit van leven voor patiënten zijn er al besparingen van tientallen miljoenen euro's ingeboekt omdat minder medicijnen worden gebruikt. Het Zorginstituut benadrukt in een vandaag gepubliceerd signalement over passende zorg dat deze werkwijze de toekomst heeft.
Demissionair zorgminister Pia Dijkstra heeft daartoe de eerste stappen gezet. In een Kamerbrief in april schetste ze de contouren van een nieuw toelatingssysteem voor medicijnen. De nieuwe geneesmiddelen moeten sneller beschikbaar komen, maar daar staat tegenover dat na toelating wordt onderzocht of lagere doseringen of een kortere behandelduur net zo effectief zijn. En als medicijnen überhaupt niet naar verwachting presteren, worden ze ook weer uit het verzekerde pakket gehaald.
Dat is echt een populistische karikatuur, die een genuanceerde discussie onmogelijk maakt.
Een Kamermeerderheid steunt dit plan, al zijn er nog verschillende inzichten over de uitvoering. GroenLinks-PvdA wil middelen sneller, maar wel voorwaardelijk toelaten terwijl doelmatigheidsstudies lopen. De PVV wil dat farmaceuten al eerder met artsen en het Zorginstituut samenwerken qua onderzoek, zodat al vóór het middel wordt toegelaten duidelijker is dan nu of een middel goed zal werken.
Linksom of rechtsom, er is volgens Sonke geen andere weg. Van alle middelen die de afgelopen jaren beschikbaar zijn gekomen, leidde de helft niet tot een betere kwaliteit of langer leven.
Wijma van het Zorginstituut hoopt dat de politiek niet te veel tijd nodig heeft om het eens te worden. "Daarmee ontzie je de samenleving niet, maar wél de farmaceuten en hun aandeelhouders."
Deze scherpe bewoordingen illustreren de felle discussie die de laatste jaren is opgelaaid tussen de farmaceutische industrie enerzijds en artsen, zorgverzekeraars en overheidsinstanties anderzijds. Die laatste partijen zeggen dat farmaceuten onvoldoende steun geven aan onderzoeken, bijvoorbeeld om doseringen verantwoord te verlagen, omdat zulke aanpassingen ten koste gaan van winst.
Onterecht in de hoek gezet
De brancheorganisatie Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG) reageert ontstemd. "Dat is echt een populistische karikatuur, die een genuanceerde discussie onmogelijk maakt", stelt de vereniging.
De industrie voelt zich onterecht in de hoek gezet. De branchevereniging zegt initiatieven die meer zekerheid geven over de effectiviteit van geneesmiddelen toe te juichen. "Om het nieuwe systeem van toelating in te richten, is de kennis en de ervaring van de geneesmiddelensector van groot belang", zegt de VIG.
De industrie wil daarom een plek krijgen binnen het Landelijk Overleg Dure Geneesmiddelen. De leden van dit overleg, zoals de medisch specialisten, zorgverzekeraars, patiëntenverenigingen, het Zorginstituut en de Nederlandse Zorgautoriteit, weigeren die toegang. Ze vinden dat doelmatig gebruik van dure geneesmiddelen niet de focus is van de industrie en toetreding daarom geen nut heeft, hoorde de onderzoeksredactie van diverse bronnen.
'Nauwelijks interesse' farmaceuten in studies effectiviteit
Ook hierop reageert de VIG kritisch. Zo had farmaceut Pfizer volgens de organisatie al getekend voor "ettelijke miljoenen" om het onderzoek van Sonke en zijn collega's voor gepast gebruik tegen borstkanker te steunen. "Maar de onderzoekers kozen er uiteindelijk voor om de studie te financieren met overheidssubsidie."
Maar volgens Sonke was er bij het opzetten van de studie nauwelijks interesse vanuit de farmaceuten. "Pas toen we de subsidie rond hadden gekregen, wilden ze toch meedoen. Dat hoefde dus toen niet meer."