Energieverbruik duurzame bronnen gestegen in 2023, vooral uit wind en zon
Van alle energie die vorig jaar in Nederland werd gebruikt, was 17 procent duurzaam opgewekt. In 2022 was dat aandeel nog 15 procent. De stijging heeft vooral te maken met een toename van het verbruik van zonne- en windenergie.
Het verbruik uit hernieuwbare bronnen was afgelopen jaar 308 petajoule (308 biljard joule), 11 procent meer dan het jaar daarvoor. Dat is ongeveer het totale energieverbruik in de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel tezamen. Met de 17 procent duurzaam energieverbruik van het totale energieverbruik is het doel uit het Energieakkoord van 2013 gehaald. Het streven was namelijk 16 procent voor 2023.
Het verbruik van windenergie steeg afgelopen jaar met 25 procent, tot 96 petajoule. Dat kwam onder meer doordat er veel nieuwe windmolens op zee zijn geplaatst. Ook op land kwamen er windmolens bij, vooral in Flevoland, Noord-Brabant en Zeeland.
Het verbruik uit zonne-energie steeg met 17 procent, tot 73 petajoule. Verder was 2023 een bovengemiddeld zonnig jaar.
Minder biomassa, meer warmtepompen
Van het duurzame energieverbruik is het grootste deel afkomstig uit biomassa, zoals hout, mest of voedselresten. Wel nam het energieverbruik uit biomassa in 2023 af, net als in 2022. In elektriciteitscentrales werd 31 procent minder biomassa mee gestookt.
Bij hernieuwbare energie uit warmtepompen was juist sprake van een groei. Er werden meer warmtepompen geïnstalleerd, met als resultaat dat de hoeveelheid onttrokken warmte in 2023 steeg met 26 procent, tot bijna 26 petajoule.
Eind 2023 zijn er nieuwe doelen op Europees niveau afgesproken voor 2030. In dat jaar moet gemiddeld 42,5 procent van het Europese energieverbruik hernieuwbaar zijn. Wat dat betekent voor het Nederlandse doel in 2030 is nog niet duidelijk.