Van Kalmthout met 370 km/u in Indy 500: uiterste precisie vereist, alle 800 bochten
De laatste zondag van mei is traditioneel een feestdag voor de internationale autosport. Niet alleen vanwege de Grand Prix van Monaco in de Formule 1, maar ook vanwege 'The Greatest Spectacle in Racing', oftewel de Indianapolis (Indy) 500. Een race die in elk opzicht afwijkt van alle andere autosportevenementen.
Maar wat moet je precies kunnen om te winnen op de 2,5 mijl lange, ovale baan? De Nederlandse deelnemer Rinus van Kalmthout deelt alvast de belangrijkste les: "Je moet comfortabel zijn op zulke hoge snelheden. We rijden met een gemiddelde snelheid van 370 kilometer per uur. Als je de hele tijd op de limiet zit met de auto, ga je er een keer overheen in de 500 mijl. (804 kilometer, red.)"
"Je kan het vergelijken met een marathon, daar ga je ook niet sprinten in de eerste kilometer. Je moet goed je krachten bewaren voor het laatste gedeelte en zorgen dat je bij de eerste vijf of tien zit na de laatste pitstop", zegt Van Kalmthout, die in Amerika door het leven gaat als Rinus VeeKay.
Pijlsnel rechtdoor
De Indy 500 is een van de drie meest prestigieuze autoraces ter wereld, naast de GP van Monaco en de 24 uur van Le Mans. 33 coureurs rijden 200 ronden over de oval in Indianapolis. Dit in auto's die qua vorm lijken op F1-bolides, maar qua werking totaal afwijken.
IndyCar-bolides op speedways zijn afgesteld om kanonhard te gaan op het rechte stuk. F1-auto's daarentegen hebben vleugels om neerwaartse druk, ofwel downforce, te creëren, om sneller te gaan in de bochten. Vleugels zorgen echter ook voor weerstand op het rechte stuk, en ze brengen natuurlijk gewicht met zich mee.
"Een Formule 1-auto met het laagste downforce-niveau, is vergelijkbaar met onze auto met de meeste downforce. Op Indianapolis heb je helemaal geen grote achtervleugel nodig voor de rechte stukken. Ik vergelijk onze vleugel altijd met een scheermesje. Het stelt heel weinig voor."
Daarom is het allesbehalve eenvoudig om elke ronde vier keer linksaf te steken, zoals weleens gekscherend wordt gezegd. "We rijden met hoge snelheden en lage downforce. In de kwalificatie stijgt de auto bijna op, omdat we met zulke kleine vleugels rijden."
"In de race is het een ander verhaal. Aan de leiding rijden is best wel makkelijk, maar als je achter iemand rijdt, krijg je last van 'vuile lucht'. Het is erg lastig om dan snelheid te behouden." Ook in de Formule 1 is het zo dat coureurs minder grip hebben als ze in een bocht dicht achter iemand anders rijden.
"Je hebt slipstream op het rechte stuk, maar in de bocht heb je zo weinig grip, dat het heel veel techniek en timing vereist om iemand in te halen. Als je een keer van het gas af moet, komen er meteen twee of drie auto's voorbij."
Uiterste precisie is dus vereist, in alle achthonderd bochten die de race kent.
Actiemomenten
Bij elk incident tijdens de race volgt een caution, vergelijkbaar met de safety car in de Formule 1. Een race met zes of meer neutralisaties is zeker niet ongewoon. Tijdens een herstart kunnen coureurs volgens 'VeeKay' het verschil maken, maar ook bij het sparen van brandstof. "Tijdens een lange race zullen rijders daar zeker toe overgaan, dan zal het tempo omlaag gaan."
"Maar na de laatste pitstop, met nog iets van dertig rondjes te gaan, wordt alles opengeschroefd en gaan ze echt tekeer."
Ook de 'massa-pitstops', waarbij iedereen tijdens een neutralisatie tegelijk zijn pitstops maakt, kunnen cruciaal zijn. "Daar gebeurt weleens wat", zegt Van Kalmthout met enig cynisme. Vorig jaar maakte hij een fout bij het wegrijden, waardoor hij een andere rijder raakte en veel tijd verloor. "Die fout maak je een keer en nooit weer."
Van Kalmthout kende afgelopen weekend een kwalificatie met twee gezichten. Op de eerste dag reed hij met 384 kilometer per uur de muur in.
Zijn auto werd op tijd gerepareerd, waardoor Van Kalmthout zich nog plaatste voor de tweede dag, waarop hij de zevende startplek voor zich opeiste. "Dat had niemand verwacht, het was heel vet."
Alleen winnen telt
Van Kalmthout heeft zondag maar één doel. "Zeker bij de Indy 500 telt alleen winnen. Ik denk dat alle 33 rijders winnen als doel hebben."
"We hebben altijd een hele snelle auto gehad op deze baan. Als we de hele race voorin kunnen rijden en dan aanvallen op het einde, dan kan het onze kant op vallen."