Ook in hoger beroep 18 jaar cel voor moord op vrouw uit Oostburg
Het gerechtshof in Den Bosch heeft Sandra H. veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 jaar voor de moord op een 29-jarige vrouw uit het Zeeuwse Oostburg. Het hof acht bewezen dat de 48-jarige H. het slachtoffer in 2020 heeft vermoord en daarna haar lichaam heeft 'weggemaakt'.
Ichelle van de Velde verdween in december 2020. Er werd maandenlang naar haar gezocht. In februari 2021 werd H. aangehouden als verdachte. Zij had een spiritueel winkeltje in dezelfde straat in Oostburg waar het slachtoffer een naaiatelier had. In H.'s winkel werden sporen gevonden van een misdrijf.
Gps-gegevens van de auto van H. leidden de politie vervolgens naar het water bij het dorp Retranchement. Daar werd het in stukken gesneden lichaam van het slachtoffer gevonden.
In eerste instantie ontkende H. iets met de verdwijning te maken te hebben. Later bekende ze dat ze de vrouw in haar winkel had gedood. Volgens H. hadden zij en Van de Velde een woordenwisseling omdat H.'s toenmalige echtgenoot en het slachtoffer verliefd op elkaar waren.
Gekreun
H. werd in 2022 veroordeeld tot een celstraf van achttien jaar voor moord. Ze ging daartegen in beroep omdat zij vond dat er sprake was van doodslag. Naar eigen zeggen handelde ze destijds in een plotselinge gemoedsopwelling. Het hof gaat daar niet in mee en stelt dat er sprake is van voorbedachte raad.
Het hof gaat daarbij uit van een verklaring van een getuige die op de dag van de moord een bezoek bracht aan de winkel, meldt Omroep Zeeland. De getuige vertelde dat zij met H. in de winkel stond. Op een zeker moment hoorde zij achter in de winkel gekreun, waarop H. ging kijken. Kort erna kwam ze terug en was het gekreun gestopt.
Het hof denkt dat het gekreun afkomstig was van Van de Velde die op dat moment bij kennis kwam, terwijl de verdachte ervan uitging dat ze al was overleden. "Toen dit niet het geval bleek, heeft ze haar alsnog om het leven gebracht." Volgens het hof is hiermee bewezen dat H. niet in een gemoedsopwelling handelde en dat ze nog voldoende tijd had om zich te bedenken.
'Mensonterend'
Het hof neemt het H. kwalijk dat ze nooit openheid van zaken heeft gegeven. Zo is nooit duidelijk geworden wat voorafgaand aan de moord heeft plaatsgevonden. Daarnaast noemt het hof de manier waarop H. met het lichaam van het slachtoffer is omgegaan "schrijnend en "mensonterend". H. heeft bekend dat ze het lichaam in stukken heeft gezaagd en in het kanaal heeft gedumpt.
De straf in hoger beroep is zowel gelijk aan de eis van het Openbaar Ministerie als aan de straf die de rechtbank in 2022 oplegde. Het hof vindt dat H. in behandeling moet bij een gedragstherapeut. Aan de familie van haar slachtoffer moet ze een schadevergoeding betalen van bijna 200.000 euro.