NOS Nieuws

Voedingscentrum wil meer hulp voor moeders met problemen met borstvoeding

Ruim 70 procent van de vrouwen stopt eerder met het geven van borstvoeding dan ze hadden gehoopt. Dat doen ze vaak omdat ze bang zijn dat de baby te weinig melk binnenkrijgt, blijkt uit onderzoek in opdracht van het Voedingscentrum. Twee derde van de vrouwen was teleurgesteld dat ze zich gedwongen voelden om te stoppen.

Behalve de angst voor te weinig melk gaven vrouwen als belangrijkste redenen dat het de baby niet goed lukte om te drinken en dat ze zelf pijn ervaren. "Borstvoeding geven kan uitdagend zijn", zegt Marije Verwijs, expert voeding en gezondheid bij het Voedingscentrum. "Zeker in het begin is het soms zoeken voor moeder en baby. Daarom is het belangrijk dat deze vrouwen extra ondersteuning krijgen."

Het Voedingscentrum wijst daarbij naar verloskundigen, kraamverzorgenden en de jeugdgezondheidszorg. "Ook zou het helpen als een lactatiekundige toegankelijk is voor iedereen die het nodig heeft."

Meeste baat

Hulp van een lactatiekundige wordt nu in sommige aanvullende zorgverzekeringen vergoed. Verwijs zou graag zien dat die hulp standaard in het basispakket komt.

"Nu is het alleen beschikbaar voor mensen die het geld hebben voor een aanvullende verzekering. Je dupeert hiermee mensen met een minder hoog inkomen."

Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie hebben baby's er het meeste baat bij als ze ten minste zes maanden borstvoeding krijgen.

Combinatie

Uit het onderzoek blijkt dat 53 procent van de vrouwen start met het uitsluitend geven van borstvoeding na de geboorte van hun baby. Dat is het laagst sinds de start van de metingen in 1997. Er is een flinke toename te zien van het aantal vrouwen dat (tijdelijk) fles- en borstvoeding combineert. Dat was in een eerdere meting in 2015 nog 7 procent en is nu 23 procent.

"Daarmee geeft 76 procent van de vrouwen dus alsnog een vorm van borstvoeding en dat is weer hoger dan voorgaande jaren", legt Verwijs uit. Er is in het onderzoek niet gevraagd naar wat die combinatie dan precies is, hoeveel van het een en hoeveel van het ander.

"Er is te weinig onderzoek gedaan naar de redenen en effecten van het combineren van kunst- en moedermelk", voegt Verwijs toe. "Maar we zien dat dit aan populariteit wint, dus we roepen zeker op tot meer onderzoek naar de effecten hiervan."

Positief is volgens Verwijs wel dat vrouwen die borstvoeding geven dat langer lijken te doen. Het percentage vrouwen die na 6 maanden nog uitsluitend borstvoeding geeft ligt met 31 procent substantieel hoger dan bij de voorgaande peilingen, waar het rond de 20 procent schommelde.

In deze explainer van NOS op 3 wordt onderzocht wat de voor- en nadelen van flesvoeding zijn.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl