Podcast over vergeten geallieerde bombardementen: 'Het waren lokale gebeurtenissen'
Bombardementen door de Engelsen en Amerikanen tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben in Nederland meer levens geëist dan Duitse bommen. NOS-presentator Rob Trip duikt in het onbekende verhaal van die bombardementen voor de podcast Bevriende Bommen, zijn derde WO II-project na producties over de Februaristaking en de Onbekende Kinderen van Westerbork.
"Ik ken natuurlijk het bombardement op Nijmegen. Maar dat zoveel steden en dorpen zo getroffen zijn door bommen van de geallieerden wist ik ook niet. Dat er massagraven waren voor de slachtoffers in Breskens, Huissen en Den Haag. Het zijn lokale gebeurtenissen, het zit als geheel niet ons collectieve geheugen."
Duizenden mensen kwamen om in plaatsen als Venlo, Den Haag, Huissen, Ede, Breskens, Amsterdam, Nijmegen, Montfort, Westkapelle. Steden en dorpen werden verwoest.
Over die bombardementen en de vele slachtoffers werd na de oorlog weinig gesproken. "Het is voor sommige mensen lastig om de bevrijders die een einde maakten aan de oorlog de schuld te geven van de dood van hun geliefden. Rouwen deden mensen veelal in stilte. Het is denk ik toch makkelijker om de vijand de schuld te geven."
Een van de mensen die in de podcast hun verhaal doen is Bep Kasteel. Zij neemt het de geallieerden niet kwalijk dat zij haar woonwijk in Amsterdam-Noord bombardeerden.
"De Duitsers waren onze vijand. De Amerikanen onze redders. Ja, jammer dan. En het was niet met opzet dat ze ons raakten."
Bep Kasteel zat de dag van het bombardement in 1943 in een kerk vol kinderen in Amsterdam-Noord. Het was een feestelijke dag, want de parochie bestond 25 jaar. Dat werd gevierd, ook al was het oorlog.
Wat zij niet wisten, is dat Amerikaanse bommenwerpers op weg waren naar Amsterdam. Doelwit waren de Fokker-fabrieken midden in de wijk. Daar werden vliegtuigonderdelen gemaakt voor het Duitse leger.
Precies naast me was de bomkrater. Het is net alsof je aan het dromen bent. Ik voelde helemaal niets, ik dacht dat ik dood was.
Het bombardement ging mis: niet de fabrieken werden geraakt, maar de hele woonwijk. Bijna 200 mensen kwamen om bij de drie pogingen om de fabrieken te raken.
Als door een wonder viel het aantal doden in de kerk mee: een bom ging dwars door het dak, maar kwam terecht op een plek waar niemand zat.
"Ik weet nog dat ik half geknield zat toen de bom insloeg. Ik zag het hele raam uit elkaar spatten. Precies naast me was de bomkrater. Het is net alsof je aan het dromen bent. Ik voelde helemaal niets, ik dacht dat ik dood was."
In de Tweede Wereldoorlog was het voor piloten van bommenwerpers moeilijk om hun doel precies te raken. Burgerdoden waren bijna onvermijdelijk: doelen als fabrieken lagen vaak midden in of vlak bij woonwijken.
In Eindhoven kwamen bijvoorbeeld een half jaar eerder meer dan 130 mannen, vrouwen en kinderen om bij een poging de Philips-fabrieken te vernietigen, waar radiobuizen voor het Duitse leger werden gemaakt. De bombardementen lieten een ravage achter in de stad. Tweehonderd woningen en winkels werden vernietigd.
Later in de oorlog werd er vooral gebombardeerd om een einde te maken aan de strijd. Ook toen vielen er in tal van plaatsen veel doden. Vanwege fouten, afzwaaiers of onjuiste informatie.
Zo ook in Huissen, een stadje in de Betuwe. In het najaar van 1944 zagen de geallieerden daar twee Duitse tanks rijden. Een dag later werd de plaats vol vluchtelingen uit Arnhem gebombardeerd. Bijna 100 mensen werden gedood. De tanks waar het om begonnen was waren al verdwenen.
Ruim 500 doden in Den Haag
Ook in Den Haag ging het vlak voor de bevrijding in maart 1945 helemaal mis. Meer dan 500 mensen verloren het leven toen er bommen vielen op het Bezuidenhout. Het doel is niet de woonwijk maar de vlakbij gelegen V2-installaties in het Haagse Bos. "De Britten gaan door het stof na deze misser, maar het leed is natuurlijk niet te overzien", zegt Rob Trip.
Hij onderzoekt in de podcast ook de rol van de Nederlandse regering in ballingschap in Londen. Veel in de melk te brokkelen had die niet. Bij veel bombardementen was de regering maar zijdelings betrokken, of helemaal niet. De Nederlandse invloed was beperkt.
"Na de oorlog is er ook niet lang stilgestaan bij de bombardementen. De toekomst was belangrijker dan het verleden", zegt Trip. "Terwijl het voor nabestaanden of mensen die nu in de stad wonen juist belangrijk is om het verhaal van toen te vertellen. Tachtig jaar na de oorlog worden er nog monumenten opgericht, rondwandelingen uitgezet of tentoonstellingen georganiseerd om het verhaal van de bombardementen door onze bondgenoten te vertellen."